Eind dit jaar vertrekken maximaal tien F-35’s van de Koninklijke Luchtmacht naar Estland. De toestellen worden er van december tot maart volgend jaar ingezet.
De straaljagers komen op de in het noorden van Estland gelegen vliegbasis Ämari Lennubaas te staan. Minimaal drie F-35’s zullen worden ingezet voor de luchtruimbewaking– en beveiliging van de Baltische Staten, met de optie om op te schalen voor air shielding operaties (Baltic Air Policing). Nederland verzorgde vorig jaar ook al de bewaking van het NAVO-luchtruim boven Oost-Europa vanuit Polen. ‘Zo dragen Nederlandse militairen op land en in de lucht bij aan de veiligheid van de Baltische staten en daarmee de veiligheid van ons allemaal’, aldus Defensieminister Kajsa Ollongren.
Behalve de F-35’s gaat er ook een team van de Nationale Datalink Management Cel (NDMC) mee. ‘Dit team zorgt dat F-35-vliegers, andere eenheden en bondgenoten tijdens operaties onderling informatie kunnen uitwisselen. De NDMC knoopt netwerken van verschillende eenheden aan elkaar zodat deze gebruik kunnen maken van dezelfde data. Daardoor krijgen ze een beter beeld van een situatie’, volgens Defensie.
Air Policing
Voor bondgenoten waarvan de luchtmachten onvoldoende in staat zijn hun eigen luchtruim te verdedigen heeft de NAVO het zogenaamde Air Policing in het leven geroepen. Hierbij nemen lidstaten die wel over gevechtstoestellen beschikken de bewaking van een specifiek stuk luchtruim op zich. De Baltic Air Policing-missie is hierin een bekende operatie, waarbij de NAVO air policing heeft uitgevoerd voor Estland, Letland en Litouwen sinds de drie landen zich in 2004 bij de NAVO hebben aangesloten. Nederland heeft bij deze missie voor het laatst in 2017 vier F-16’s laten opereren vanaf vliegbasis Siauliai in Litouwen. Dat dit soort missies niet overbodig zijn blijkt wel uit de diverse keren dat er Russische gevechtstoestellen zijn onderschept in de omgeving van het Baltische luchtruim.