Een Boeing 787-9 van Air France moest boven het hoge noorden van Canada uitwijken vanwege een rare geur in de cockpit. Het uitzonderlijke bezoek leverde mooie beelden op.
Het incident vond op 7 mei plaats aan boord van vlucht AF338, onderweg van Parijs naar Seattle. Tijdens de kruisvlucht hoog boven Groenland en het noorden van Canada merkte de bemanning een rare geur op in de cockpit. Het leek te gaan om een soort brandlucht. Daarop besloot de crew uit te wijken naar Iqaluit Airport, gelegen in de regio Nunavut in het noordoosten van Canada. Daar landde de 787 veilig, zo’n 7,5 uur na vertrek. Het toestel, registratie F-HRBB, staat nog altijd aan de grond op het Canadese vliegveld.
Nog dezelfde dag vloog Air France vanuit Montreal een Boeing 777, registratie F-GSQT, in om de passagiers op te pikken. Deze vervoerde de passagiers naar New York. Eerst leek het erop dat de 777 ‘s avonds laat vanuit daar nog door zou worden gevlogen naar Seattle, maar deze vlucht is geannuleerd. De getroffen passagiers worden vanuit New York waarschijnlijk omgeboekt op andere vluchten naar Seattle. Als gevolg van het incident zijn vooralsnog twee andere vluchten geannuleerd: de (retour)vlucht Seattle-Parijs en de vlucht Montreal-Parijs waarvoor de 777 eigenlijk stond ingepland. Air France zegt de ongemakken te betreuren maar benadrukt dat veiligheid op de eerste plaats staat.
Iqaluit Airport doet vooral dienst als belangrijk knooppunt voor regionale lijndiensten, voor het grote merendeel uitgevoerd door Canadian North. De maatschappij vliegt er voornamelijk met ATR’s. Daarnaast heeft de Canadese luchtmacht er een aantal CF-18 Hornets gestationeerd. Verder wordt er een aantal vrachtvluchten uitgevoerd en is de luchthaven in noodgevallen een handig uitwijkveld voor vliegtuigen op polaire routes. Het vliegveld is technisch goed uitgerust en is ondanks extreem lage temperaturen in de winter het hele jaar geopend. In 2006 werden er zelfs koudweertesten uitgevoerd met de Airbus A380. Hetzelfde gold voor de A350.