Mark Harbers hoorde al voordat hij aangesteld werd als minister van Infrastructuur en Waterstaat dat Schiphol zou moeten krimpen.
In de zomer van 2022 kwam het nieuws naar buiten dat de luchthaven haar vluchten diende te reduceren naar jaarlijks 440.000. Dat nieuws volgde nadat in december 2021 ambtenaren van de inspectiedienst een waarschuwing aan het nog te vormen kabinet Rutte IV afgaven over de geluidsnormen die de luchthaven met haar huidige 500.000 vliegbewegingen per jaar zou overschrijden. ‘Hij kreeg een serieuze waarschuwing van zijn inspectiedienst dat er iets moest gebeuren’, zegt Joris Melkert, luchtvaartdeskundige aan de TU Delft, in gesprek met BNR. De inspectiedienst vulde aan dat de situatie op deze manier voor omwonenden ‘niet langer houdbaar’ was.
Herstel uit coronacrisis
Schiphol en luchtvaartmaatschappijen herstelden in 2022 uit de coronacrisis. Doordat het vliegverkeer langzaam opstartte, werden nog niet alle slots dat jaar gebruikt. Toen in de zomer van 2022 het nieuws van de vluchtreductie naar buitenkwam, is gevraagd of de onbenutte slots op Schiphol mogelijk oningevuld konden blijven. De vraag is of Harbers daarin een rol kon spelen.
Onzekerheid voor betrokken partijen
De Noord-Hollandse luchthaven bepaalt zelf het aantal slots (tot de maximale toegestane hoeveelheid) en de slotcoördinator (ACNL) verdeelt die vervolgens onder de luchtvaartmaatschappijen. ‘Een aantal slots was niet gebruikt, onder andere vanwege coronatijd, om ze niet opnieuw uit te geven is op zich een logische gedachte’, zegt Melkert. ‘Of de minister daarbij mag ingrijpen, is mij nog onduidelijk.’ Die onduidelijkheid maakt het volgens de luchtvaartdeskundige aan de TU Delft zowel voor Schiphol als de luchtvaartmaatschappijen en omwonenden het er niet makkelijker op. Zij weten tot vandaag de dag nog steeds niet waar ze aan toe zijn.