Fokker Next Gen maakte maandag bekend een Memorandum van Overeenstemming (MoU) te hebben getekend met airBaltic. Van een bestelling is daarentegen (nog) geen sprake.
‘De betrokkenheid van airBaltic bij waterstofvliegtuigen is cruciaal. Onze gezamenlijke inspanning stimuleert niet alleen innovatief vliegtuigontwerp, geïnformeerd door directe gebruikersfeedback, maar stimuleert ook de Nederlandse en Letse economie. Deze samenwerking onderstreept onze gezamenlijke inzet voor het pionieren van de toekomst van de luchtvaart’, zegt Juriaan Kellermann, CEO van Fokker Next Gen.
AirBaltic ziet het ondertekenen van de MoU als een belangrijke stap voor de toekomst van de luchtvaart. ‘Wij zijn een trotse exploitant van een van de jongste vliegtuigvloten in Europa en zetten ons in voor sectorbrede initiatieven om de economie koolstofarm te maken. We begrijpen echter ook dat de luchtvaartindustrie een gezamenlijke inspanning op het gebied van nieuwe technologische ontwikkelingen nodig heeft om haar langetermijnverplichtingen na te komen’, stelt Martin Gauss, CEO van airBaltic.
Fabriek
Gauss zei ook dat ‘airBaltic blij is om te zien dat aan dergelijke innovatieve ontwikkelingen wordt gewerkt in de Baltische regio’. Fokker Next Gen doet namelijk onderzoek naar de oprichting van een productielocatie voor waterstofvliegtuigen in Letland. Deze fabriek zou naast een assemblagelijn op Groningen Airport Eelde de tweede van het bedrijf worden. Vanaf 2035 wil Fokker jaarlijks zo’n 150 nieuw te ontwikkelen toestellen produceren. De helft hiervan zou gemaakt moeten worden op Nederlandse bodem en de andere helft in een Letse fabriek. De Nederlandse start-up heeft specifieke interesse getoond in de Liepaja Speciale Economische Zone (SEZ) aan de westkust van Letland, evenals het nabijgelegen vliegveld van Liepaja.