Transavia vliegt sinds begin dit jaar meerdere keren per week tussen Eindhoven Airport en de Noorse hoofdstad Oslo. De luchtvaartmaatschappij ontvangt hiervoor subsidie van de Noord-Brabantese luchthaven
Eindhoven Airport moedigt haar gebruikers aan naar ‘bestemmingen met aanzien’ te vliegen. ‘Het gaat hierbij vaak om een goede mix van verschillende reismotieven zoals zakelijk, toeristisch en bezoek van vrienden en familie voor zowel inkomende als uitgaande passagiers’, aldus een woordvoerder van het vliegveld in het Eindhovens Dagblad. De financiële regeling geldt echter alleen als de bestemming niet minder dan 400 kilometer van de luchthaven is verwijderd en dat het met de trein, bus of auto langer duurt dan vier uur om er te komen. Tevens dient minimaal drie keer per week tussen beide steden gevlogen te worden. Eindhoven Airport praat ter inventarisatie van de bestemmingen met bedrijven en instanties in de regio.
Transavia en Oslo
Transavia is de eerste luchtvaartmaatschappij die aanspraak maakt op deze subsidie. De dochteronderneming van KLM vliegt sinds januari dit jaar drie keer per week tussen Eindhoven en Oslo. Kennelijk was er behoefte aan deze regio, al laat Transavia weten dat het aantal boekingen voorzichtig van de grond komt. ‘Na een wat moeizaam begin zien we de vraag de laatste tijd verbeteren. We hopen dat die trend zich doorzet’, aldus een zegsman van de maatschappij.
Meer bestemmingen
Behalve Oslo staan er op het wensenlijstje van Eindhoven Airport nog meer steden die met de Brainportregio zouden kunnen worden verbonden. Hierbij gaat het onder meer om Berlijn, München (Duitsland), Genève, Zürich (Zwitserland) en Stockholm (Zweden). Naar die eerste vloog Transavia ook van 2015 tot 2017.