Een Boeing 787-9 van Air New Zealand was onderweg van Auckland naar Tokio. Tweeëneenhalf uur na het vertrek landde de machine daarentegen in Brisbane.
De tussenstop was niet te wijten aan een technisch probleem of een medisch noodgeval. De reden was nogal opmerkelijk. De CEO van de maatschappij, Greg Foran, en zijn delegatie moesten namelijk worden opgehaald. Na de tussenstop steeg de Dreamliner weer op en zette koers richting Tokio, met aan boord dertig extra passagiers. Onderweg hielp de topman het cabinepersoneel met het serveren van drinken en snacks.
De groep, behalve Foran bestaande uit bedrijfsleiders, overheidsfunctionarissen en pers, was eerder vertrokken naar Tokio met een Boeing 757 van de Nieuw-Zeelandse luchtmacht. Het toestel kon de vlucht niet non-stop uitvoeren, dus werd er een tussenlanding gemaakt in Papoea Nieuw Guinea. Na de landing sprongen er twee zekeringen, waardoor het niet meer mogelijk was om door te vliegen naar Japan. De volgende dag vloog de 757, met de delegatie, op lage hoogte naar Brisbane.
Vertraging
Eenmaal aan boord van de Dreamliner bood Foran zijn excuses aan voor de opgelopen vertraging. Uiteindelijk landde het toestel twee uur later dan gepland op de luchthaven van Narita. De passagiers werden financieel niet gecompenseerd voor de verlate aankomst.



Uddel
MBO