Een Boeing 737-800 van All Nippon Airways kreeg vorige week te maken met drukproblemen. Na eerst de noodtoestand te hebben afgekondigd trokken de vliegers die op een later moment weer in.
Het toestel, registratie JA88AN, steeg 9:45 uur lokale tijd op vanuit Nagasaki voor een binnenlandse vlucht naar Nagoya. Nadat de 737 zich een klein uur in de lucht bevond, viel de cabinedruk volgens AV Herald weg. Uit een onderzoek van de Japanse Transport Safety Board (JTSB) blijkt dat dit veroorzaakt werd door een storing in een systeem dat de cabinedruk regelt. Als gevolg hiervan werden de zuurstofmaskers geactiveerd.
Oorpijn en gehoorproblemen
Op het moment dat de problemen met de cabinedruk zich voordeden, vloog de 737 op een hoogte van 7.600 meter. De piloten kondigden een noodsituatie af en besloten vervolgens een nooddaling naar 3.000 meter in te zetten, vermeldt het onderzoek van de JTSB. Het Japanse Ministerie van Transport berichtte vier dagen na het incident dat zeven passagiers en vier bemanningsleden geklaagd zouden hebben over oorpijn en gehoorproblemen als gevolg van de snelle daling. Van bloedneuzen, die twee reizigers opliepen van de Korean Air-737-vlucht die vorige week plaatsvond en eveneens te maken kreeg met drukproblemen en een snelle daling inzette , was echter geen sprake.
737 aan de grond
Toen het All Nippon Airways-toestel zich eenmaal op een dusdanige hoogte bevond dat de cabinedruk zich normaliseerde, trokken de piloten de noodsituatie in. Zij slaagden erin veilig op te lijnen voor baan 18 op de luchthaven van Nagoya. Sindsdien staat de 737 daar volgens data van Flightradar24 aan de grond. De JTSB doet aanvullend onderzoek naar het incident.