Hoewel Schiphol extra geld moet uittrekken voor de vertraging van de bouw van de A-pier, zullen de tickets volgens Joris Melkert, luchtvaartdeskundige aan de TU Delft, niet aanzienlijk duurder worden.
De bouw van de A-pier is een zorgenkindje van Schiphol. Het vliegveld en aannemer Ballast Nedam-TAV kenden geen gelukkig huwelijk en gingen in 2021 uit elkaar. Beide partijen dienden claims bij elkaar in. Het eindresultaat: vandaag de dag is de A-pier nog steeds niet af. Sterker nog, Schiphol moet een lening afsluiten om de bouw te hervatten. Volgens De Telegraaf gaat het om een lening van 400 miljoen euro. ‘Nu wordt het door een andere aannemer afgebouwd, voor een fors hogere prijs’, licht Melkert toe bij BNR.
Vliegtickets nog duurder
Om die lening te kunnen realiseren, gaat de luchthaven naar verluidt de havengelden voor luchtvaartmaatschappijen (nog verder) ophogen. In de wandelgangen wordt gesproken over een verhoging van 50 tot 60 procent. Melkert verwacht dat luchtvaartmaatschappijen op hun beurt die kosten zullen verhalen bij de reiziger. De luchtvaartdeskundige weet niet hoeveel de vliegtickets zullen stijgen. Hij benadrukt dat dit afhangt van de termijn dat Schiphol de kosten wil afschrijven. ‘Het zal in ieder geval niet zo zijn dat tickets twee of drie keer zo duur zullen worden’, zegt Melkert.
Vliegreizen over de grens
Desondanks denkt de luchtvaartdeskundige dat reizigers het er wel voor over blijven hebben om de (hogere) prijs letterlijk en figuurlijk te moeten betalen. Wel ziet Melkert dat reisorganisaties vliegreizen aanbieden via onder meer Duitse luchthavens. Een vliegticket kan vanaf die vliegvelden in veel gevallen (aanzienlijker) goedkoper uitvallen. ‘Daar zal een nieuwe balans gaan ontstaan’, verwacht Melkert.