Gaat je hart sneller kloppen bij de gedachte aan de karakteristieke jets die inmiddels worden afgedaan als herrieschoppers en enkele gouwe ouwe vliegtuigen uit de propellerjaren? En wil je die niet vanaf een bureaustoel bekijken op het scherm van je computer maar lekker zittend op de bank ‘met de voetjes op tafel’ in een boek ‘Met een vette knipoog naar alles en iedereen’? Dan is de aanschaf van De tijd vliegt 1976 – 2007 met als ondertitel Vliegtuigspotten op Schiphol en in de rest van de wereld zeker een aanrader.
Rob Hemelrijk, fotograaf, auteur en samensteller van het boek was in de periode 1966 – 2007 vaak met zijn camera in de buurt van vliegtuigen te vinden. De lol ging er voor hem af toen Kodak stopte met de productie van K25- en later K64-diafilm. ‘De introductie van de digitale fotografie heb ik aan mij laten voorbijgaan’, schrijft hij in zijn voorwoord. Erg blij werd hij evenmin van hoe de luchtvaart zich gaandeweg ontwikkelde: ‘Eigenlijk is vrijwel alles wat in dit boek is opgenomen inmiddels verdwenen in de alles vernietigende vooruitgang’, constateert hij. ‘Vliegtuigtypes, luchtvaartmaatschappijen, beschilderingen, ja zelfs het geluid: alles is nog slechts een warm gekoesterde herinnering.’ Ook het jaar 2007 waarin de overname van Aero Groundservices, het bedrijf waarbij Rob vele jaren werkte, zou wel eens een rol kunnen hebben gespeeld om niet de handdoek maar zijn camera in de spreekwoordelijke ring te gooien. Hij bedankt zijn toenmalige baas speciaal voor de dikwijls geboden gelegenheid om foto’s te maken.
Gecompenseerd
Welke vliegtuigen je allemaal in het boek tegenkomt? ‘De Rock & Rollers uit de gloriedagen van het straalvliegtuig en de laatste der Mohikanen van de gouwe ouwe propellermachines’, kondigt Rob zijn favorieten aan. ‘Vliegtuigen met beenruimte, goede gevarieerde maaltijden, service, klasse en veel, heel veel herrie en rook.’ Het laat zich raden dat er ook plek is voor de trouwe gedienden van KLM en Martinair die door liefhebbers in het afgelopen decennium zijn uitgezwaaid, zij het in jasjes van andere maatschappijen. Is dat erg? Nee, want bij de echte fans staat de Farewell-serie natuurlijk is de kast. Voor wie het gemis van de KLM-blauwe daken te erg is: twee keer is er een 747-200 in de outfit met de brede donkerblauwe brede band te zien. Ook komen er meermaals vliegtuigen die ooit voor een Nederlandse airline dienstdeden, in een andere outfit voorbij. Bovendien wordt het eventuele gemis rijkelijk gecompenseerd met schitterend beeldmateriaal van al die andere toestellen die al van verre waren te herkennen aan hun karakteristieke vormgeving. Kom daar vandaag de dag nog eens om!
Russische beauty’s
Russische beauty’s beslaan maar liefst zeventien pagina’s: smullen geblazen. Daarbij kom je meteen de humor van Rob tegen waarop hij doelt in zijn eigen aankondiging over die vette knipoog naar alles en iedereen. Voorbeeld? De Antonov An72 met de hooggeplaatste motoren duidt hij aan als een Antonov met krulspelden. Grappig is ook dat hij zijn lezers om in de juiste stemming te geraken bij al dat ‘Just an Iljushin’ aanraadt op YouTube te zoeken naar Just an Illusion van Imagine en je te verbeelden dat ze zingen ‘Just an Iljushin’. ‘En dan heel hard meezingen natuurlijk!’, schrijft hij erachter. Zo wordt vliegtuigploaties kijken wel extra leuk! Hilarisch is het verhaal bij een bijzondere Russische dwaalgast op Schiphol in de vorm van een Antonov An12. Nee, ik verklap het niet, maar Rob stelt terecht: ‘Dit soort vluchten, dat is genieten voor de liefhebber!’ En ter geruststelling: ook verderop in het boek komen her en der verspreid nog veel meer Russische schoonheden aan bod.
Talentvolle ontwerpers en een pitbullkop
De nodige aandacht is er ook voor de Caravelle, in allerlei fraaie jasjes uitgedost. ‘La Caravelle kon zich zonder gêne laten zien op de catwalk van elk Frans modetophuis’, prijst Rob dit vliegtuig aan waarvan ze, naar mijn idee althans, bij Boeing met het ontwerp van de Dreamliner toch echt de neus hebben afgekeken. Ook hier komt Rob weer met een aanrader in de vorm van een verwijzing naar een YouTube-filmpje dat de afhandeling van de SE210 HK-3932X in beeld brengt. Wederom is het opzoeken ervan ronduit de moeite waard.
Over de vliegtuigen voor de burgerluchtvaart die ooit bij Lockheed de fabriek uit rolden laat Rob zich eveneens vol enthousiasme uit in de overigens weinige tekst waarvan het boek is voorzien. ‘Lockheed heeft altijd al talentvolle ontwerpers in dienst gehad: (Super)Constellation, Electra, Hercules en deze Tristar’, schrijft hij onder een fraai gefotografeerde L1011-50 van Atlanta Airways. Van zowel de DC-3 als alle straalvliegtuigen die (McDonnell)Douglas in haar bestaan bouwde, zijn mooie opnames te zien. Vanzelfsprekend wordt evenmin voorbijgegaan aan de jets die Boeing op de markt zette, maar een zoektocht naar de Dreamliner en 737’s met MAX als toevoeging, loopt op niets uit. Dat Ron aan die eerstgenoemde een pitbullkop toeschrijft begrijp ik even niet, zeker gegeven de door mij geconstateerde gelijkenis met de neus van de Caravelle. Saillant detail wat betreft de afgebeelde 73’tjes: alle in beeld gebrachte exemplaren zijn uitgerust met die schattige eyebrow windows.
Van de vlammenwerper en de Whisperjet
‘Zwaar roken’ moeten de vliegtuigen als het aan Rob ligt zeker ook. Op een bladzij waarop dat overduidelijk wordt getoond, deelt hij een waarschuwing uit aan wat hij verderop ‘klimaatayatollahs’ noemt: zij kunnen die pagina maar beter uit het boek scheuren. Op het moment dat hem een vlucht te wachten stond met een Caravelle die zich tijdens het proefdraaien een heuse vlammenwerper toonde, was hij overigens zelf toch even iets minder enthousiast over dit geweld. Hilarisch is het avontuur dat hij in Griekenland met de politie beleefde en ronduit spectaculair de rondvlucht met een vliegboot, een Short Sandringham. Het moet die door Rob verguisde ‘orthodoxe GroenLinks-stemmers en de betalende leden van Milieudefensie en Greenpeace’ toch enige deugd doen dat hij niet vloog maar treinde naar allerlei Europese luchthavens. Reclame maken voor reizen over het spoor komt er echter niet van: ‘Ik vond het waardeloos: uren en uren in zo’n vaak overvolle, hete trein. Hoe vaak heb ik niet in een gangpad gezeten, gehangen en/of gelegen.’
Meermaals laat Rob de kans niet liggen om uit te halen naar hen die volgens hem de weg kwijt zijn. ‘Tegenwoordig zou je een Boeing 727-51 niet als “Fluisterjet” willen betitelen’, schrijft hij bij de door hem op de plaat vastgelegde N8123N. ‘Eastern benoemde haar korte Boeing 727-vloot wel degelijk als Whisperjet en geen haan die daarnaar kraaide… Vroeger was niet alles – maar wel veel – minder gecompliceerd. En kwam Sinterklaas gewoon met Zwarte Pieten naar ons land, zoals het hoort.’ De tip voor de tegenstanders van zwart geschminkte Sinterklaas-hulpen om ook deze pagina maar uit het boek te scheuren, blijft hier achterwege.
Majesteitsschennis?
Robs vette knipoog naar alles en iedereen komt de lezer ook weer tegen bij de foto die hij maakte van een Boeing 747 die ontdaan van haar vorige jas, klaarstond om de spuitbaai in te gaan. ‘Is het publiceren van naaktfoto’s van de “Queen” majesteitsschennis?’, vraagt hij zich af, om vervolgens te concluderen: ‘Toch bewaart ze, zelfs in haar blote kont, haar waardigheid. Hoewel… Ex-Unites Boeing 747-400 (N189UA) F-HSEX (helpt ook niet echt, zo’n registratie) bestemd voor Corse Air, voor de KLM-hangar in afwachting van een beurt (en nu wordt het ordinair).’ Alhoewel Rob met prachtige detailopnames niet altijd de registraties van de vliegtuigen in beeld brengt, valt zijn blijvende aandacht voor deze ‘kentekens’ wel op. Zo noteert hij bij een foto van een Trans World-machine: ‘Lockheed L1011 Tristar met toepasselijke registratie N31011 op Los Angeles’ en bij een toestel van dezelfde maatschappij: ‘Ook deze Boeing 707-331B op Miami is toepasselijk geregistreerd: N18707.’
Malle ballen
Wat al bladerend opvalt in de ode aan de krachtpatsers van weleer, is de strakke belijning met op de staarten een verwijzing naar de thuishavens. Opnieuw gaat Rob, die zichzelf introduceert als iemand ‘met meer verleden dan toekomst’, heerlijk volop op het orgel als hij schrijft: ‘Eind 2021 onthulde Emirates zo’n dikke A380 (A6-EEU) in een speciale Dubai Expo-beschildering, zodat deze machine er nu uitziet als een kakelbonte praalwagen uit de carnavalsoptocht van Schin op Geul. Absoluut dieptepunt, wat mij betreft, zijn de nieuwe beschilderingen van Brussels Airlines “malle ballen”-huisstijl en het Duitse CONDOR dat de romp van zijn machines, in vijf kleurstellingen, heeft voorzien van tralies, zodat het toeristenvervoer er nu uitziet als gevangenentransport.’ Tja, de livery van Brussels roept bij mij een acute associatie met de mazelen op en die van CONDOR aan boevenpakjes, maar ook ik ben iemand met meer verleden dan toekomst.
Voor mij is het boek dat Rob maakte een schitterende herinnering aan vervlogen tijden waarin geluk nog heel gewoon was en ik het dus nog superleuk vond geregeld te gaan kijken naar al die karakteristieke vliegtuigen die op Schiphol kwamen en gingen. Ik kan me zo voorstellen dat ik niet de enige ben die daarom extra plezier beleeft aan dit boek. Dat geldt waarschijnlijk ook voor de luchtvaartfans die van mening zijn dat ze te laat zijn geboren. Wat ik mis in het boek? Sint Maarten. Maar gelukkig was ik daar zelf toen de KLM-747’s, Air France A340’s, Delta-757’s, InselAir MD-83’s op dit luchtvaartparadijs nog vaste gasten waren.
DE TIJD VLIEGT 1976-2007
Vliegtuigspotten op Schiphol en in de rest van de wereld
Rob Hemelrijk
Hardcover | 160 pagina’s |
ISBN 9 78 94 92 04 06 40| Uitgeverij Lycka till Förlag
2024 | € 45