Voor het opleiden van Oekraïense jachtvliegers op de F-16 beschikt Defensie over onvoldoende instructeurs. Het ministerie vroeg daarom om hulp bij luchtvaartmaatschappijen.
Eind vorig jaar deed Onno Eichelsheim, Generaal van de Koninklijke Luchtmacht, een oproep aan meerdere commerciële maatschappijen. Veel oud F-16-vliegers zijn na hun vertrek bij de luchtmacht namelijk als verkeersvlieger aan de slag gegaan. Het doel van de oproep is om voldoende instructeurs te werven voor het opleiden van Oekraïense F-16-piloten. Transavia is een van de airlines die door Defensie werd benaderd.
Transavia heeft in een brief laten weten dat zij geen piloten kunnen leveren. Een van de redenen is dat de maatschappij momenteel in de transitie zit van Boeing naar Airbus. Het bedrijf wil graag flexibel blijven met het aantal vliegers. Onlangs werd ook duidelijk dat er een risico bestaat op een tekort aan piloten bij airline. Verder speelt de onzekerheid omtrent de krimp van Schiphol een rol. Het is niet duidelijk welke andere luchtvaartmaatschappijen door Defensie zijn benaderd.
Opleidingscentrum
De opleiding voor de Oekraïensie vliegers zal plaatsvinden bij het European Fighter Training Center (EFTC) in Roemenië. Het EFTC is gevestigd op de vliegbasis bij Borcea-Fetesti (86e vliegbasis “Lieutenant Aviator Gheorghe Mociorniță”) in het zuidoosten van het land. In november werd het opleidingscentrum officieel geopend. Volgens Kajsa Ollongren, demissionair minister van Defensie, die leiding geeft aan de internationale coalitie voor de levering van F-16-toestellen, is de opening van het centrum een belangrijke stap in de verdediging van Oekraïne tegen de Russische agressie.