De Amerikaanse Lockheed C-130 Hercules, waarmee onze eigen luchtmacht vliegt, is een icoon van oorlog én vrede. In enorme aantallen gebouwd vanaf de Vietnam-tijd verschijnt het toestel met grote regelmaat op het achtuurjournaal.
Maar, hoewel vervaarlijk ogend en doorgaans omringd door militairen, zien we ze toch voornamelijk bij evacuaties en hulpoperaties. Onlangs nog waren beelden te zien van het afwerpen van hulpgoederen boven Gaza, door Nederlandse Herculessen.
Helaas kent u het toestel waarschijnlijk ook van de Herculesrámp op vliegveld Eindhoven, bijna dertig jaar geleden, waarbij vrijwel het complete fanfarekorps van de Koninklijke Landmacht levend verbrandde. Terwijl de brandweer – onbekend met het grote aantal mensen aan boord – min of meer rustig aan het blussen was.
Herculessen wereldwijd zijn echter moegestreden. Steeds meer problemen duiken op met het zeventig jaar oude concept. Als vervanging bieden de Amerikanen een gemoderniseerde versie aan. Maar een bijzonder alternatief komt uit de binnenlanden van de staat Sao Paulo, in Brazilië. Een goedmoedig-ogende dikzak, met een hoge T-staart: de Embraer C-390 Millennium.
Nederland koopt
Voor vriend en vijand een verrassende move: onze eigen Koninklijke Luchtmacht kocht er onlangs maar liefst vijf, ter vervanging van onze veertig jaar oude Herculessen. Samen met tien jaar onderhoud een order van meer dan een miljard euro. De Brazilianen zijn daar erg blij mee, want hoewel Portugal en Hongarije ook al voor het toestel kozen, kijken andere NAVO-landen toch met name naar de Nederlandse ervaringen, zowel bij de aanschaf als straks bij het gebruik.
Niks ten kwade van de eerdere Europese kopers, maar men kent juist ons als een kritisch volkje, met de hand op de knip, en onkreukbaar in de onderhandeling. Mag het bewijs zijn: toen Nederland tekende, hapten ook de Oostenrijkers vrijwel gelijk toe, en kochten er vier. Zweden is bezig. En overal op ons continent staan hoogbejaarde Herculessen van verschillende luchtmachten, zwaar toe aan vervanging.
By the way, er ìs bij ons ten lande al wel veel ervaring met de Braziliaanse fabrikant zelve: de KLM heeft al vijftien jaar lang Embraers in dienst. Inmiddels zijn het er veertig stuks, en er zijn er nog tien in bestelling. Eén van de minst bekende fenomenen in de burgerluchtvaart. Vraag het maar eens op straat: ‘Kent u Boeing? Airbus?’ Het antwoord zal ‘ja’ zijn. ‘En kent u Embraer, nummer drie in de wereld?’ Geregeld: Nooit van gehoord’.
Terug naar de C-390, en voorganger Hercules. ‘A tough act to follow’, volgens sommigen, gezien de enorme staat van dienst van de Amerikaan. Vervoeren, verkennen, evacueren. Luchtmachten wereldwijd hebben bovendien allemaal hun eigen draai aan de Hercules gegeven. Sommige werpen er parachutisten mee af, andere gebruiken ‘m als vliegend radiostation, of zelfs propagandazender. Sommige schieten zelfs uit de deuren en ramen, met vast gemonteerde mitrailleurs en kanonnen. Al dat soort vreemde taken en zaken moet de piepjonge Braziliaan in principe ook allemaal maar kunnen verrichten, of op zijn minst ervoor geschikt gemaakt kunnen worden.
Toch geven veel insiders de Millennium het voordeel van de twijfel, vanwege een hele serie originele oplossingen en slimme technische voorzieningen. Waaronder met name het geheel in eigen beheer ontwikkelde, oersterke landingsgestel. Extreem belangrijk voor dit soort vliegtuigen, dat op door bomkraters en granaattrechters vernielde vliegvelden moeten kunnen opereren.
Dat deed het toestel al letterlijk, onlangs. Bracht in de knel geraakte Braziliaanse staatsburgers terug naar het vaderland, vanuit Oekraïne. Zwaarbeladen sjouwden twee Embraer C-390’s de bange burgers veilig weer naar huis. De lobbes was meteen de lieveling van elke Braziliaan.
Voorgesteld
Op een basis van de Braziliaanse luchtmacht een kleine driehonderd kilometer van Sao Paulo, met de prachtige naam Gavião Peixoto, werd het toestel onlangs voorgesteld aan een vijftiental journalisten van over de hele wereld.
Een testbaan van vijf kilometer is er aangelegd; langer dan de startbanen op Schiphol, al heeft de Millennium nauwelijks driehonderd meter nodig. Twee enorme fabriekshallen zijn opgetrokken. Daar wordt het toestel gebouwd. De iPhones moeten worden ingeleverd. We schuifelen gezamenlijk voort, keurig binnen de lijntjes gehouden door norse militairen. De stilte, maar toch vooral het geringe aantal arbeiders in de hallen is opmerkelijk. Geen wonder, bij nader inzien: veel werk wordt verricht door robots.
Na een terugvlucht over het door de ondergaande zon knalrood geschilderde landschap van de Mata Atlantica mag ik de landing vanuit de cockpit meemaken. Die oogt voor de kenner opmerkelijk vertrouwd: het is een kopie van de cockpit van de Boeing 787, waarvan de KLM er een hele serie heeft. In de toekomst kan de Millennium daarom theoretisch door KLM-piloten gevlogen worden, al ligt de weg andersom meer voor de hand.
De landingsbaan is een diepzwarte lijn te midden van duizenden lampjes en lampen van de dichtbebouwde stad er omheen. Opmerkelijk zacht vlijt de piloot het toestel neer op haar speciale lagedrukbanden, ontwikkeld voor ruwe, onverharde landingsbanen in de meest onherbergzame gebieden van de aarde.
Ik spreek de vliegers, die me natuurlijk uiterst bescheiden wijzen op de eenvoud van de bediening. Ik zou de Millennium met mijn pretbrevet zélf kunnen vliegen, is het betoog. Dat gaan tientallen mannen en vrouwen van de Nederlandse luchtmacht binnenkort ervaren, als ze omgeschoold worden om de Braziliaan te leren besturen.
Eén aspect van de Braziliaan zal in hun hele carrière bijzonder van pas komen: het jarenlange geknoei met onwelriekende emmertjes is voorgoed voorbij. Want in tegenstelling tot de aloude Hercules heeft de Braziliaan, net als een verkeersvliegtuig, een keurig toilet aan boord.