De luchthavens van Amsterdam, Eindhoven en Rotterdam komen terug op de uitzondering rondom de vloeistoffen die zij eerder invoerden. Daarmee keren de Nederlandse luchthavens terug naar internationale standaarden.
Na de invoering van CT-scanners op de Nederlandse luchthavens was het toegestaan om ook grotere stukken emballage met vloeistof in de handbagage mee te nemen. Vanaf 1 september is dit niet langer mogelijk. Passagiers mogen dan slechts honderd milliliter per verpakking in hun handbagage stoppen. De versoepeling wordt niet teruggedraaid wegens het toegenomen veiligheidsrisico maar omwille van Europese richtlijnen. ‘De luchthavens volgen hiermee nieuwe richtlijnen van de Europese Commissie’, aldus het persbericht dat Schiphol Airport uitzond.
Verder blijven de regels ongewijzigd. Dat wil zeggen dat vloeistoffen tot aan honderd milliliter gewoon meekunnen in de handbagage, ook na 1 september. Bovendien mogen laptops, tablets en telefoons in de tas blijven bij de security. De Nederlandse luchthavens zeggen nu aan de slag te gaan met de nieuwe maatregel. Zo zullen ze passagiers erop attenderen en gaan ze watercollectoren plaatsen. De vliegvelden adviseren grotere volumes vloeistof in de ruimbagage te vervoeren.
CT-scanners
De eerste apparaten werden ruim vijf jaar geleden op Schiphol geïnstalleerd. Vlak daarna volgden Eindhoven Airport en Rotterdam The Hague Airport. De geavanceerde CT-scanners voor handbagage en securityscanners voor passagiers vervingen de oude röntgenmachines en metaaldetectoren. Met de CT-scanners kan een 360 graden beeld van de handbagage gemaakt worden. “Hierdoor verloopt het securityproces voor passagiers en securitymedewerkers sneller en plezieriger”, stelde de luchthaven bij Eindhoven destijds.