Zijn werk hangt bijna op alle plekken waar de luchtmacht vertegenwoordigd is. Binnen alle delegaties weten ze hem te vinden voor het maken van jubileumstaarten, afscheidsplaten, posters, badges en noem maar op. Met zijn perfect lijkende spectaculaire luchtvaartartwork is Peter van Stigt ook frequent te vinden op luchtvaartbeurzen met een eigen stand. Een eigen webshop is in aantocht.
‘Mijn kennismaking met de luchtvaart begon met een traumatische ervaring’, vertelt hij. ‘Ik was een jaar of vier, vijf toen ik tijdens de zomer de schone lucht in werd gestuurd bij familie in Brabant. Oom Jan nam me mee in zijn oude Volkswagen-bus voor een tripje naar Volkel. Eenmaal daar stonden we algauw bij een groot veld voor een hek. In de verte hoorde ik een hoop gedonder en zag ik een bende rook, wat algauw dichterbij kwam en met een angstaanjagend geluid over mijn hoofd raasde. Ik ging helemaal in de paniek, janken tot en met. Dus oom Jan besloot maar weer gauw met mij naar huis te gaan. Mijn moeder had hem verteld dat hij mijn mond moest volstoppen met schuimpies als ik jankte of schreeuwde. Dat heeft hij toen gedaan.’
Traumatische ervaring sloeg om
‘Mijn tien jaar oudere broer, die lucht- en ruimtevaartbladen verzamelde en van karton modelletjes maakte, liet me enige tijd later foto’s zien van F-104 Starfighters’, vervolgt Peter. ‘Hij vertelde dat dit de machines waren die me de schrik zo hadden aangejaagd. Vanaf dat moment keek ik vaak in die Engelstalige tijdschriften. Ik kon er geen letter van lezen, het ging me om de plaatjes. Die traumatische ervaring sloeg om in een onmiskenbare fascinatie en is nooit meer gestopt. Toen ik zes, zeven jaar was en wat begon te tekenen, verscheen het ene na het andere vliegtuig op papier en dat vooral in de vorm van straaljagers, daar ben ik gek op. Dat heeft alles te maken met snelheid en stroomlijn. Naar de tips van mijn vader, een graficus, luisterde ik op dat moment nog helemaal niet. In tegenstelling tot mijn broer ben ik altijd een fan van de luchtvaart gebleven. Ik verzamelde er van alles over, hing de muren van mijn slaapkamer van onder tot boven vol met foto’s van wat inmiddels nostalgische vliegtuigen zijn, en ging als tiener vanuit Amsterdam geregeld spotten op Soesterberg.’
Die avonturen toch beleven
Het laat zich raden dat de droom om jachtvlieger bij de luchtmacht te worden niet uitbleef. Peter: ‘Eis was havo of vwo met wiskunde en Engels in het pakket. Maar ik heb nul inzicht in exacte vakken. Dus ging ik na de mavo wel door naar de havo, zonder wiskunde. Het betekende het afscheid van mijn vliegersdroom. Nog altijd bezig met tekenen en schilderen besloot ik als zoon van een graficus en als kleinzoon van een kunstschilder, in die voetsporen verder te gaan. Nu luisterde ik wel naar tips van mijn vader. Hij heeft me in het vak opgeleid, hij was mijn leermeester, mijn mentor. In 1986 werd ik in de reclamesector operationeel als graficus. Daar kreeg ik veel te maken met enorme ego’s en gebakken lucht, niets voor mij. Ik vlieg zelf wel niet, dacht ik, maar ik beleef die avonturen toch in de platen die ik maak. Voor de volle honderd procent ging ik ervoor om me als Aviation Artist te profileren.
Ingang bij de luchtmacht
‘Het lucky break-moment brak aan op het moment dat er een zweefvlieger het atelier kwam binnen stiefelen’, zegt Peter. ‘Hij vroeg me zijn zweefvliegtuig te schilderen. Prima, dat deed ik in ruil voor betaling en een vlucht in zijn zweverd. Helaas was er die dag geen thermiek, met een half uurtje was het klaar. Maar wat eruit voortkwam! De man bleek een broer te hebben, op dat moment een kersverse F-16-jachtvlieger, gestationeerd bij het 312 Squadron op Volkel. Die man had het PR-gebeuren van dat Squadron in zijn mik geschoven gekregen. Die zweefvlieger heeft mij bij hem gepitcht. Er volgde een uitnodiging. Ik kreeg alles te zien op Volkel, een complete grand tour. Waarom ik zo uitgebreid gefêteerd werd? Het volgende jaar zou dat Squadron 45 jaar oud zijn, daarom wilden ze een jubileumbeschildering op de staart van een F-16. Verder hadden ze van alles nodig: badges, Squadron-prints, een omslag voor een boek. De hele reut is in gang gezet en zo kreeg ik mijn ingang bij de luchtmacht.’
Ongekend kijkje in air power-keuken
Van het één kwam het ander. Peter: ‘Het verhaal ging algauw dat ik vieze plaatjes van blote vliegtuigen kon maken. Als een olievlek waaierde mijn werk uit naar alle luchtmachtonderdelen.’ Nu is hij hofleverancier bij de luchtmacht. ‘Ik werk met actieplaten en profiles.’, licht hij zijn werkwijze toe. ‘Virtueel kan ik een F-16 uit elkaar halen. Bij profiles, van die zijaanzichten waarin ik alle details op klinknagelniveau verwerk, ga ik te werk als een autistische pitbull, die hoopt dat vliegers die de plaat zien de neiging hebben de kap open te gooien en erin te stappen en dat TD’ers de luikjes willen openen om eraan te sleutelen.’
Peter krijgt deels betaald voor de opdrachten, deels is er sprake van een vriendendienst. ‘In ruil daarvoor kan ik meevliegen of krijg ik een ongekend kijkje in de air power-keuken. Als er iets nodig is vragen ze zich af of ze een Van Stigtje zullen doen of iets anders. Er zijn beslist meer Nederlandse luchtvaartschilders die echt heel goed zijn. Maar ik ben een zelfstandig naamwoord geworden bij de luchtmacht, kennelijk pas ik heel goed in het pulletje. Ze noemen mij een civiele luchtmachter in hart en nieren!’
Ontwierp Peter voor het 45-jarige jubileum van het 312 Squaron een Fighting Falcon-staartbeschildering, in het afgelopen jaar creëerde hij er met het oog op het afscheid van de F-16 opnieuw één met opnieuw de valk als thema: Farewell Falcon. Daarmee komt het aantal F-16-staartbeschilderingen dat hij leverde op zeven. Ook het Pegasus-paard op de KDC-10 was van zijn hand. ‘Ik vind het echt heel eervol dat ik dat allemaal mag doen, want dat is voor mij zeker niet vanzelfsprekend’, stelt hij.
Vijf lagen aan eigenaars
Peter was ook nog meerdere jaren actief als huisvormgever bij het toenmalige Aviodome, die koepel naast het Hilton. ‘Sinds midden jaren tachtig kwam ik daar al zeer geregeld als exposant en vrijwilliger’, zegt hij. ‘Op verzoek van Arno van der Holst die daar toen de zaak runde, trad ik daar eind jaren negentig in loondienst waarbij ik mijn freelancewerkzaamheden tegelijkertijd aanhield. In 1999 ontstond het wilde plan een DC-2 uit Amerika te halen, de Uiver. Samen met Raymond Oostergo moest ik daarvoor van alles regelen. Raymond was de baas van dat project wat betreft het vliegen, ik voor al het gebeuren op de grond. Resultaat was een Uiver back home tour. Er volgden meer van dergelijke plannen, waaronder het naar Nederland halen van een Constellation. Samen met enkele andere mensen werkte ik als cosmeticus aan het toonbaar maken van die kist. Vanwege vijf lagen aan eigenaars moest hij volledig worden gestript, voordat hij in een nieuw jasje kon worden gestoken. Omdat er geen toestemming was om ermee naar Nederland te vliegen in KLM-kleuren, had Arno bedacht dat aan de ene kant van de kist zou komen te staan Connie’s comeback, het blauwe gevoel en aan de andere kant dezelfde tekst maar dan geheel in het Engels. Dat heb ik geregeld.’
Begonnen als een geintje
Bij de verhuizing van het Aviodome naar het Aviodrome was Peter nog betrokken. Toen hij na enige tijd het gevoel kreeg dat hij niet meer zo’n goede match vormde met het luchtvaartmuseum, trok hij zijn conclusie. ‘Als gevolg van de groei van mijn takenpakket raakte ik geblokkeerd, ik voelde me leeg en begon heel erg aan mezelf te twijfelen’, zegt hij. ‘Toch hield ik vast aan mijn stellige overtuiging dat ik ben geboren als aviation artist en dat ik zo ook zou doodgaan. Ik verlangde naar rust en stabiliteit. Bij de GVB zochten ze buschauffeurs. Voor mij pakt deze combinatie ideaal uit. Tijdens een rustige busrit ontstaan gaandeweg de ontwerpen. Omgekeerd pakt mijn kunstleven uit als een therapie voor de toestanden die ik soms meemaak op de bus. En intussen rookt mijn schoorsteen. Zonder tussenpozen’ Een van de ideeën die Peter aangaande het naderende afscheid van de F-16 bij de luchtmacht nog kreeg, bestaat uit een Delftsblauw Farewell Falcon Memorial-tegeltje van 15 x 15 centimeter. ‘Het is begonnen als een geintje, maar intussen vormt het de start van de webshop Air Power Hangar die ik samen met Danny Reijen op poten zet. We gaan nog veel meer aanbieden: T-shirts, hoody’s, badges, fine arts prints, noem maar op.’ Voor militaire luchtvaartenthousiasten zal er geheid iets van hun gading bij zitten!