De passagier op stoel 58C is dronken en nu, negen uur in de vlucht, ronduit strontvervelend. Voor mij als stewardess, maar -nog erger- ook voor de mensen om hem heen.
Diep vanbinnen bouwt zich een intense woede in mij op. Gezien mijn sproetjes en blonde haar is dat vermoedelijk zeer snel zichtbaar op mijn knalrode wangen, maar mijn ‘oorzaak’ is dusdanig van de wereld dat hij het niet meer door heeft. Mijn handen beginnen te trillen en in mijn buik voel ik het borrelen als ware ik een fluitketel die op koken staat.
Het is acht uur lang min of meer goed gegaan, hoewel ik het had kunnen weten. God, wat was ik naïef! Als allerlaatste kwam hij verhit de cabine binnen zetten. Hij had net op tijd zijn vlucht gehaald, zo vertelde hij stamelend. In mijn onschuld dacht ik nog ‘Goh wat zielig! Dat is toch geen fijne start van een lange reis naar Los Angeles, zo vroeg in de ochtend.’ Maar ondanks zijn ietwat nerveuze gedrag, leek hij alleen maar zeer content dat hij zo dichtbij de keuken geplaatst was. In zijn woorden: “gaan we elkaar deze vlucht nog vaak zien, mevrouw de stewardess!”
Eerlijk is eerlijk, ik vond het een tamelijk vreemde opmerking voor een passagier, maar zo op de vroege ochtend, in een vliegtuig met een lading onbekende mensen en een lange reis te gaan, zeggen mensen wel vaker vreemde dingen. En dus was ik me nog van geen kwaad bewust.
Direct nadat de verlichting van het bordje ‘stoelriemen vast’ wordt uitgedaan, begint het feest. Meneer op 58C wil een wijntje. Hoewel we de karren aan het opbouwen zijn, maak ik als stewardess de afweging tussen service en snelheid en geef hem tussen de bedrijven door en –voor zover ik weet- zijn eerste wijntje. Voordat de service gestart wordt, meldt meneer zich weer. Het is een beer van een kerel en vanuit een behoorlijke ervaring weet ik dat een discussie aangaan met mannen ‘die je niets hoeft te vertellen over hun alcoholgebruik’ een zeer, zeer lastige is. Dus ik buig en serveer, hoewel ik hem tegelijk de spelregels uitleg. We serveren een alcoholisch drankje per keer en ‘we’ drinken ons drankje zittend in de stoel. ‘ Yes, yes, I understand! I won’t give you any trouble!’
Ik rond mijn service af, maar kom op de terugweg weer langs 58C. En ja, meneer lust er nog wel één. Ik houd het wijntje even wat langer vast dan nodig en maak er een knipogend gebaar bij. Meneer snapt het wel. Hij glimlacht en kijkt dankbaar. Maar dit ‘kat en muis’ spel gaat door. De gehele vlucht en bij elke keer dat ik 58C passeer, is er een vraag om meer wijn. Ik probeer pauzes in te lassen, vertel over de risico’s van alcoholgebruik in de lucht (alcohol werkt door de droge lucht in de cabine vaak als ‘de man met de hamer’) en probeer het zo luchtig mogelijk, maar wel professioneel te houden. Meneer op 58C is echter niet te stoppen. Hij hangt de gehele vlucht in de keuken. Wanneer we uiteindelijk de gordijnen dicht trekken om zelf even van een maaltijd te genieten, schuift hij elke paar minuten het gordijn opzij om om aandacht én meer wijn te vragen.
De purser op de vlucht wordt ingelicht. Maar die ziet geen risico. De man is dan ook bijna twee meter lang, dus het is moeilijk in te schatten hoeveel wijn er in zo’n lengte kan zonder dat het leidt tot ongewenste toestanden. De balans tussen ‘safety en service’ is dan ook geen zwart-wit gebied. De kleur is grijs. Wellicht zelfs vijftig tinten grijs, om aan te duiden hoe ingewikkeld het kan zijn.
Wanneer je een stewardess of ander vliegpersoneel over drankgebruik aan boord zou vragen, dan schat ik in dat het gros van het personeel he-le-maal klaar is met het alcoholgebruik van passagiers. Het leidt (op een verjaardags- of huwelijksborreltje na) alleen maar tot ellende. Discussies met passagiers over de hoeveelheid te nuttigen alcohol, zelf meegenomen drank aan boord, het wel of niet in de stoel zitten terwijl er gedronken wordt of de luidruchtige stemming die (onbewust) ontstaat wanneer er eentje te veel genoten is of ronduit agressie als eindresultaat: het blijft een uitdaging. Het is namelijk maatwerk. De regels geven een raamwerk, terwijl de passagier zelf een inschatting vormt voor de stewardess. En die afweging is niet altijd glashelder en duidelijk te maken.
Meneer op 58C is een uur voor de landing beschonken of -beter gezegd- lazarus. Naast de wijntjes die hij van mij geserveerd heeft gekregen, heeft hij blijkbaar ook nog een eigen fles waaruit gesnoept wordt. Hij hangt tegen iedereen aan, hij is luidruchtig, brutaal en beledigend naar mij en zijn medepassagiers. In een ommezwaai is de bekende man met de hamer ook bij deze reus langsgekomen.
Als klap op de vuurpijl gooit hij rode wijn over de suède jas van een medepassagier, die in woede uitbarst. Zij is woedend op hem en (terecht) ook woedend op mij. Ik ben tenslotte zijn ‘feeder’ en heb niet op het juiste moment op de rem getrapt en ‘nee’ verkocht. Ik verplaats de boze mevrouw met duizend excuses mijnerzijds en geef haar een stomerijbon voor haar jas. Gelukkig vergeeft zij het mij. Ondertussen voel ik me schuldig, boos, teleurgesteld, agressief en ja, ook moe. Dit soort mensen slorpt al mijn energie op.
Een uur voordat de vliegtuigbanden de landingsbaan van Los Angeles raken, staan we met z’n drieën bij stoel 58C. De bar is gesloten verklaard. Hij krijgt niets meer. Wat hij wel krijgt, is een laatste waarschuwing (een zogenaamde ‘Notice of Violation’). Hoewel het meer pro forma is dan dat het er nu nog werkelijk toe doet. Dankzij een middenstoel die vrij gekomen is door het verplaatsen van de medepassagier, legt de man op 58C zijn hoofd tegen de achterkant van de stoel aan en valt in slaap. Aangekomen op LAX staat hij zwalkend op van zijn stoel. Terwijl meneer moeizaam zijn weg zoekt naar de uitgang van het vliegtuig, laat hij mij, zijn stewardess, met een kater achter.
Renske Dragt is auteur van het boek ‘Love is in the air’. Via Up in the Sky kunt u met de code “upinthesky10” het boek extra voordelig bestellen! Voor de code in bij het winkelmandje.
-
Boek Love is in the Air€15,00