‘Het grootste deel van mijn beroepsmatige leven heb ik mij beziggehouden met het besturen van vliegtuigen’, schrijft Abe van der Schraaf in de inleiding van het door hem geschreven boek Vliegbewegingen met als ondertitel Ervaringen van testvlieger Pencil Four. ‘Let wel: “het besturen van vliegtuigen” en niet “het vliegen” want wij, mensen, kunnen helemaal niet vliegen: wij kunnen leren om een technisch min of meer geavanceerd apparaat te besturen.’
Vanuit dit uitgangspunt heeft het eerste deel van deze lekker vlot weg lezende uitgave de titel Alleen vogels vliegen gekregen. Dat Abe bijtgrage muggen, op je bord zittende wespen en rond je hoofd gonzende horzels daarmee over het hoofd ziet, zal ik hem verder maar niet euvel duiden, temeer daar ik deze plaagdieren ook liever zie gaan dan komen.
Het tweede deel dat Stof tot nadenken is genoemd, vormt daartoe een uitnodiging. Ook ondertitel verdient nog enige toelichting , met name wat betreft de bijnaam Pencil Four. Bij het invliegen van de F104, destijds een geavanceerde jager, werd de registratie van de kist door Fokker bij het testvliegen niet gebruikt. Dit niet alleen om te voorkomen dat vijandelijke afluisteraars konden uitvinden hoe het testvliegen per vliegtuig ging, ook moest niet zijn te traceren wanneer de toestellen aan de Duitse en Nederlandse Luchtmacht zouden worden afgeleverd. De vliegers gebruikten daarom hun eigen roepnaam. Jas Mol ging door voor Pencil One, Piet Brey voor Pencil two en Abe voor Pencil Four, onafhankelijk van het gebruikte vliegtuig.
Avontuurlijk
In het eerste deel beschrijft de auteur een aantal van zijn vliegervaringen in zowel militaire als civiele kisten. Dat doet hij op zo’n manier dat je, zelfs al heb je zelf nauwelijks kennis van vliegtuigen, er helemaal in op kunt gaan. Als lezer voel je met Abe mee als er in zijn opleidingstijd ‘Your controls’ tegen hem wordt geroepen tijdens een oefening Unusual Positions. Of als hij voor zijn examen de opdracht krijgt een tail chase te doen, een gevechtsoefening waarbij de tweede vlieger tweehonderd meter achter de eerste vliegt en die niet mag kwijtraken omdat die anders achteropraakt en zodoende zijn voorligger uit de lucht kan schieten. Of als een toestel tijdens een testvlucht na het loskomen hevig begint te rollen en te slingeren, waarbij de uitslagen steeds groter worden en Abe er niet zo even van 1, 2, 3 in slaagt het vliegtuig weer onder controle te krijgen. Of als tijdens een ferryvlucht strijd geleverd moet worden tegen ijsafzetting halverwege de vleugel. Zo kan ik nog wel even doorgaan. De eerlijkheid waarmee dit alles wordt beschreven, maakt de avontuurlijke en goed te volgen technische uiteenzettingen in dit boekdeel tot een warm persoonlijk verhaal.
Mee de cockpit in
De tussenkop Een Fokker 100 is moeilijker te bouwen dan een Boeing 747 in hoofdstuk 23 genaamd Vliegtuigen bouwen, te vinden in het tweede deel van het boek, deed mij, allesbehalve een vliegtuigtechneut, wel even de wenkbrauwen fronsen. Abe weet de constatering echter in enkele zinnen begrijpelijk te maken. De pijn van de oud-Fokkeriaan klinkt door in zijn weergave van de gebeurtenissen aangaande wat zelfs ooit gold als ’s werelds grootste vliegtuigbouwer. Dat de beschreven ontwikkelingen voor wat betreft het ontwerp van een opvolger van de Fokker 100 inmiddels zijn achterhaald, valt de auteur moeilijk kwalijk te nemen gegeven de tijd die er nu eenmaal ligt tussen het schrijven en het uitkomen van een boek. In het 24ste hoofdstuk Civiele luchtvaart in Europa na 1945, doet de auteur onder meer de bijzondere positie uit de doeken die Ryanair in de wereld van de luchtvaart heeft weten te bemachtigen. In het laatste hoofdstuk neemt Abe de lezer mee de cockpit in en maakt hij aan de hand van enkele voorbeelden het belang duidelijk van twee vliegers op de bok.
Vele foto’s
‘Als voormalige F-16-vlieger gaat mijn vliegerbloed sneller stromen als ik dit boek lees’, schrijft kapitein-vlieger b.d. Manja “Toots” Blok, thans gezagvoerder bij Dutch Corendon op de Boeing 737 MAX 9. Ik kan me zo voorstellen dat het bloed van elke vliegtuigliefhebber sneller gaat stromen tijdens het lezen van Abe zijn verhalen. Ook het bekijken van de vele foto’s kan een heuse luchtvaartfan niet onberoerd laten. Alleen mis ik in de uitgave de PH-PBX en de PH-KBX, beide machines die Fokker als hofleverancier van het koningshuis toch ook ooit bouwde en afleverde. Maar Abe heeft nog verhalen genoeg, dus wie weet komt er nog eens een tweede boek.
Lees ook het twee jaar geleden bij Up verschenen interview met Abe van der Schraaf.
VLIEGBEWEGINGEN
Ervaringen van testvlieger Pencil Four
Abe van der Schraaf
Hard cover |112 pagina’s |
ISBN 9 78 90 83 34 35 40 | Uitgeverij NL Books
2024 | € 29,90
Amsterdammers: leer vliegen op Teuge!
Vanaf de A10 Zuid is het maar een dik uur rijden naar de zes (!) vliegscholen op vliegveld Teuge. Voor een enkele les is dat te veel. Maar als je bijvoorbeeld met twee personen twee lesvluchten van drie kwartier boekt, of twee lessen op één dag doet, loont het wél de moeite. En er zitten nog andere voordelen aan… Meer weten? Stuur een mail naar [email protected]. Doen!