Tijdens een Delta Air Lines-vlucht kwam een volgeladen trolley in aanraking met de schouder van een passagier. De luchtvaartmaatschappij wordt nu beschuldigd van nalatigheid.
De aanklacht van Gail Hamilton uit Pinellas, Florida, is gebaseerd op de klachten die zij nog steeds ondervindt van de botsing die zich zou hebben voorgedaan op 21 juni 2022 tijdens vlucht DL263 vanuit Parijs Charles de Gaulle in de richting van New York John F. Kennedy. De betreffende stewardess zou zelfs ‘meerdere keren’ tegen de rechterschouder van een Hamilton zijn gebotst. Deze maand besloot de passagier alsnog een rechtszaak aan te spannen tegen Delta wegens nalatigheid van het cabinelid en de luchtvaartmaatschappij.
Vandaag de dag hinder
In de aanklacht die ingezien is door Paddle Your Own Kanoo, stelt Hamilton nog altijd last te hebben van ‘ernstige en blijvende’ verwondingen die ertoe toe leiden dat ze niet in staat is haar normale dagelijkse bezigheden te kunnen uitvoeren. Om welke schadevergoeding de gedupeerde passagier vraagt, is onduidelijk.
Verwijtbaar en nalatig
De advocaten van Delta laten wijzen de beschuldigingen van de hand. De verwondingen zouden volledig toe te schrijven zijn aan ‘haar eigen verwijtbare en nalatige gedrag’. Er is een algemene stelling dat passagiers met hun armen en benen het gangpad niet blokkeren en dat al helemaal niet doen als de cabin crew erdoor moet met een trolley. Artikel 17 van het Verdrag van Montreal schrijft echter voor dat passagiers op internationale vluchten het recht (zouden kunnen) hebben op compensatie voor verwondingen die tijdens een vlucht opgelopen zijn. Als een luchtvaartmaatschappij, in dit geval dus Delta, de rechtbank niet kan overtuigen dat de passagier nalatig was, wordt die normaal gesproken aansprakelijk gesteld voor een artikel 17-claim. Wanneer de zaak voorkomt, is onbekend.