‘Het is beter als je naar je eigen kamer gaat.’ ‘Weet je dat zeker?’ ‘Ja, heel zeker. Het zou zonde zijn om een mooie dag zoals deze aan het einde te verpesten.’ ‘Je hebt gelijk, maar… Nou ja… Oké… Jammer…’
S. keek me spijtig aan en liep aarzelend de gang uit. Hij keek nog een paar keer om voordat hij om de hoek verdween. ‘Daag.., tot de volgende keer’, mompelde ik. Toen hij weg was opende ik mijn hoteldeur en ging naar binnen.
Toen ik vanmorgen wakker was geworden in het comfortabele bed van het Sheraton Hotel in Lissabon, vroeg ik me af wat ik zou gaan doen. ‘s Nachts waren we met een deel van de DC-10-bemanning naar de discotheek onder het hotel geweest en toen ik om drie uur moe gedanst naar bed wilde gaan, hadden de anderen vrolijk naar me gewuifd. Zij bleven nog even door fuiven, gebaarden ze. Ja, ja, dat was duidelijk, die zou ik vandaag waarschijnlijk niet meer zien.
Ik besloot naar het Rossio-plein te lopen en op het terras van Pastelaría Suiça een kopje koffie te gaan drinken. Dat café was voor de KLM- bemanningen door de jaren heen een vast ontmoetingspunt geworden.
Eenmaal daar zat ik te genieten van het uitzicht. Hoe vaak had ik daar niet op alle uren van de dag en de nacht gezeten? Todo Lisboa kwam hier voorbij schuiven: de mensen die allemaal ergens naartoe op weg waren, de bussen naar de stadswijken die voor het terras stopten, de fontein midden op het plein, de zwermen duiven die regelmatig op de wieken gingen om daarna weer neer te strijken, en op de achtergrond het silhouet van de oude kathedraal, die boven en achter de huizen het decor vormde.
Ik wilde net mijn tweede kopje koffie bestellen toen ik een oude bekende zag. Het was piloot S., die ik al zo nu en dan ergens ter wereld was tegengekomen. Ik herinnerde me nog vele jaren geleden, toen hij zomaar out of the blue op mijn deur in het Holiday Inn in Montreal had geklopt. We hadden toen een hele tijd in de deuropening van mijn kamer staan praten. Ik zie nog die ellenlange gang voor me (ik zat helemaal aan het eind). Hij had me daar bekend dat hij heel gauw verliefd werd en dat hij dat nu op mij was. Hoewel ik hem sympathiek vond, vond ik dat niet genoeg om hem dan maar binnen uit te nodigen.
Een paar jaar later was ik hem weer tegengekomen. Ditmaal in Beirut, op een zwoele zomernacht, ergens op de Corniche. Samen met een stel anderen hadden we toen, op een terras aan zee, wijn gedronken en veel gelachen om de moppen van een geestige BWK.
Ik wuifde naar hem en hij kwam verheugd naast me zitten. Na het tweede kopje koffie besloten we naar de Taag te lopen om naar de overkant te varen. We liepen door de smalle winkelstraat, onder een poort door, naar de haven. Het was een prachtige novemberdag: de zon scheen op het water en er stond een zacht zeebriesje. Terwijl we met de pont over de rivier voeren, keken we naar de bootjes op het water en de schitteringen van de zon op de kabbelende golfjes. Meeuwen vlogen schor krijsend met ons mee.
Aan de overkant gekomen namen we de bus naar Caparica om op het strand in één van de eettentjes vis te gaan eten. In het geheel verlaten restaurantje, dat eigenlijk een strandkeet was die ‘s winters afgesloten werd met een provisorisch geplaatst doorzichtig plastic scherm, zaten we aan een tafeltje met het uitzicht op het strand en de branding. We bestelden zeetong en een fles droge vinho verde. De setting was idyllisch en het voelde aan alsof we binnen een cocon, waarin de tijd opgeheven was, gesponnen zaten. De onderwerpen die we bespraken werden in die atmosfeer vanzelf intiemer.
‘Word je nog steeds makkelijk verliefd?’, plaagde ik. ‘Ik heb al een tijdje een relatie met een stewardess.’ Hij trok plotseling een serieus gezicht. ‘Maar je bent ook nog steeds getrouwd?’
‘Ja, dat wel, maar ik ben bang dat mijn vriendin me binnenkort voor het blok gaat zetten, want ze wil dat ik bij haar intrek. Ze zegt dat ze zonder mij niet kan leven.’ Hij vertelde me het hele verhaal en het kwam me allemaal zo bekend voor. Mijn relatie was ook niet zonder problemen. Wij waren dan wel allebei gescheiden, dus moreel was het wel in orde, maar ik had natuurlijk allang in de gaten gekregen dat hij zich langs de route nou niet bepaald geremd voelde om achter andere vrouwen aan te gaan. Het deed me denken aan de uitspraak van een andere piloot die me eens een verklaring had gegeven waarom hij vreemdging. Hij zei dat hij vroeger heel streng was geweest, maar hoe kon je dat blijven als je de hele tijd omringd was door zoveel vrouwen?
Was de oplossing van Odysseus, die zichzelf liet vastbinden aan de mast zodat het hem onmogelijk werd gemaakt te bezwijken voor de verleidelijke zang van de Sirenen, een voorbeeld waar de hedendaagse man zich niet meer aan kon spiegelen? De verleiding waar wij in ons beroep allemaal aan bloot stonden, zowel de mannen als de vrouwen, was een gegeven waar we mee moesten leren leven. Trouw zijn had dan ook voor velen van ons een geheel andere betekenis gekregen. Trouw, in die zin dat je iedere keer terugkeerde naar die ene.
Laat in de middag gingen we terug naar de stad, waar we hand in hand, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, door de herfstige straten slenterden terwijl de zon onderging. Ik ging nog even een delicatessenzaak binnen om een paar flessen port te kopen van de colheita van mijn geboortejaar. Ze kenden me daar nog van vorige keren en gingen ons voor naar de wijnkelder waarin alle schatten verborgen lagen. De flessen die ik wilde hebben waren bij het vorderen van mijn jaren steeds duurder geworden, maar het genot was evenredig aan de prijs!
Op mijn kamer zat ik nog wat na te peinzen over de afgelopen dag. Boven mijn bed hing een reproductie van een schilderij, waarop Don Quichot van la Mancha op zijn paard, samen met Sancho Panza op een doorgezakt ezeltje, op weg is om tegen windmolens te vechten. Ik bedacht me dat we allemaal, ieder voor zich, ons eigen gevecht aan het voeren waren. Of we dat eigenlijk wel goed deden, of niet, zouden we pas later ontdekken, misschien als het veel te laat was. Maar zoals de Fransen zeggen: ‘C’est la vie.’
Met die gedachte ging ik slapen. Over een paar uur was het calling time en zou deze dag voor eeuwig geschiedenis zijn!
Amsterdammers: leer vliegen op Teuge!
Vanaf de A10 Zuid is het maar een dik uur rijden naar de zes (!) vliegscholen op vliegveld Teuge. Voor een enkele les is dat te veel. Maar als je bijvoorbeeld met twee personen twee lesvluchten van drie kwartier boekt, of twee lessen op één dag doet, loont het wél de moeite. En er zitten nog andere voordelen aan… Meer weten? Stuur een mail naar [email protected]. Doen!