Het Europees Hooggerechtshof moet het bezwaar van Air France-KLM en andere maatschappijen tegen een boete die het in 2017 opgelegd kreeg, naast zich neer liggen. Dat zei een adviseur donderdag tegen het Hof.
De Europese Commissie maakte in 2010 bekend dat meerdere luchtvaartmaatschappijen tussen 1999 en 2006 deelnamen aan een vrachtkartel. Zij spraken onder andere af vaste brandstof- en veiligheidstoeslagen te hanteren waarvoor klanten moesten opdraaien. Het ging om Air France, British Airways, Air Canada, Cargolux, Cathay Pacific, Japan Airlines, KLM, Singapore Airlines, LAN Chile en SAS.
Het samenwerkingsverband ging tegen de regels van de Europese Economische Zone (EER) en verschillende andere Europese instanties in. Het resulteerde daarom in elf verschillende miljoenenboetes. Voor Air France-KLM kwam het neer op een bedrag van 325 miljoen euro. Dat werd later verlaagd naar een kleine 183 miljoen. Tevens is KLM verplicht nog een aparte zak geld ter waarde van 127 miljoen euro neer te leggen. De vrachtonderneming van de maatschappij, Martinair, komt “weg” met een boete van 15 miljoen. De airlines maakten bezwaar.
Het hoger beroep kwam in 2022 nadat de gewone rechter het bezwaar de deur had gewezen. De advocaat-generaal van het Europees Hooggerechtshof, Athanasios Rantos, bracht een niet-bindend advies uit waarin hij voorstelde om het beroep van Air France-KLM en de andere maatschappijen te verwerpen. Hij staat daarmee aan de kant van de EU-concurrentie waakhond. Eveneens zei hij dat het Hoger Beroep van SAS opnieuw aan het gewone Hof moet worden voorgelegd. Over het algemeen volgt het Europees Hooggerechtshof dergelijke niet-bindende adviezen wel op. In de komende maanden komt het Hof met een uitspraak.