Bibberend van gedachten die in mijn hoofd rondtollen, lig ik in het Harderwijkse water. Het is een kwestie van seconden voordat de speedboot mij uit het water zal trekken en mij op het wakeboard hijst. Terwijl ik wacht op het onvermijdelijke, hoor ik de fluisterende stem van mijn innerlijke criticus: ‘Jij kunt dit niet.’
Ik grinnik inwendig. Hoe vaak heb ik dit stemmetje al niet genegeerd? Hoe vaak heb ik in mijn leven al bewezen dat ik wél kan wat iedereen – inclusief mezelf – niet dacht dat mogelijk was?
En ja hoor, juist door mezelf zo klein mogelijk te maken (hoe ironisch, want meestal krijg ik het advies om mezelf juist groter te maken), duwt het water me omhoog, en voordat ik het weet, scheer ik over de golven van het Veluwemeer. No guts, no glory! Een overwinning op mijn destructieve brein, dat zo diep geworteld is in de overtuigingen die anderen mij jarenlang hebben ingesproken.
Het probleem is dat we in onze samenleving mensen nog steeds graag in hokjes stoppen. ‘Jij bent praktisch ingesteld’, ‘Jij hebt een universitaire graad, dus je moet wel theoretisch zijn’, ‘Jij bent te jong, dus onervaren’, ‘Jij bent te oud, dus over de houdbaarheidsdatum’. Het is alsof we allemaal een soort label op ons voorhoofd krijgen gedrukt zodra we een diploma in handen hebben, of zelfs al eerder. En dat label is vervolgens bepalend voor de rest van ons leven.
Neem mijn eigen ervaring. Ik heb een universitaire opleiding afgerond en kwam daarna tot de ontdekking dat de banen waarop ik solliciteerde mij niet wilden hebben. Niet omdat ik niet geschikt was, maar omdat ik ‘te jong en te enthousiast’ was. Blijkbaar gaat een universitaire graad hand in hand met een zekere leeftijd en een timide, jezelf (te) serieus nemende levenshouding. Als je die leeftijd niet hebt en je bruisende levenskracht in het doorploeteren van al die boeken niet verloren bent, dan… tja, pech gehad. Het hokje ‘te jong’ zat in ieder geval als een onzichtbare stempel op mijn voorhoofd, en hoe ik ook mijn best deed, ik kwam er niet uit.
Dus besloot ik mijn carrièrepad een andere wending te geven en solliciteerde ik op banen die praktischer waren. Banen waar ik met mijn handen kon werken, waar ik onderaan de ladder wilde beginnen en mijn weg naar boven zou werken. Het probleem? Een universitair diploma past niet in het hokje van ‘praktische beroepen’. Blijkbaar zijn de twee onverenigbaar. Als je kunt nadenken, kun je niet handelen. En als je kunt handelen, kun je niet nadenken. Het is of het een, of het ander. Maar nooit allebei.
Maar toen belandde ik uiteindelijk in de luchtvaart. Een wereld waarin ik jarenlang met passagiers en collega’s de continenten en oceanen overvloog. Daar ontdekte ik een nieuwe dimensie van labels plakken. Want mijn blauwe rok en zilveren uniformstreep kwamen blijkbaar met een nieuwe set vooroordelen. ‘Oh, jij werkt in de luchtvaart, dan ben je vast alleen praktisch ingesteld en heb je verder weinig te bieden.’ Het was alsof mijn universitaire diploma ineens niet meer bestond, vervangen door een vooroordeel in de vorm van een uniform.
Het is vermoeiend om steeds weer te bewijzen dat je méér bent dan de hokjes waarin anderen je willen stoppen. Het is alsof je elke keer weer die speedboot moet nemen om uit het water te komen, terwijl iedereen om je heen roept: ‘Nee, jij hoort daar niet, jij kunt dit niet!’
Maar weet je wat? Die hokjes, die labels, zijn flauwekul. Ze zijn bedacht door mensen die graag de wereld overzichtelijk maken door iedereen in nette categorieën te stoppen. Maar de realiteit is veel complexer. Mensen zijn complex. Wij hebben meer dan één kant, meer dan één talent, meer dan één ambitie. We kunnen nadenken én handelen. We kunnen jong én ervaren zijn. We kunnen praktisch én theoretisch zijn. En ja, we kunnen het allemaal tegelijkertijd.
Het wordt daarmee tijd dat we stoppen met het categoriseren van mensen op basis van hun opleiding, leeftijd of werkervaring. Het wordt tijd dat we mensen zien voor wat ze zijn: veelzijdige, capabele individuen die veel meer kunnen dan wat op hun CV staat. Mensen die buiten de lijntjes kunnen kleuren en in de praktijk vaak veel verder komen dan ze in theorie zouden kunnen.
Toen ik op dat wakeboard stond, voelde ik een moment van pure triomf. Niet omdat ik iets had bewezen aan anderen, maar omdat ik iets had bewezen aan mezelf. Ik kan dit. Ik kan zoveel meer dan mijn innerlijke criticus (en de rest van de wereld) mij wil doen geloven. En dat geldt voor iedereen.
We moeten ophouden elkaar klein te houden door te geloven in de beperkingen die anderen ons opleggen. Het is tijd om de labels te verscheuren, om te laten zien dat we veel meer zijn dan de som van onze diploma’s en werkervaringen. Het is tijd om te laten zien dat we alles kunnen zijn wat we willen zijn, als we maar de kans krijgen.
Dus de volgende keer dat iemand je probeert te vertellen dat je iets niet kunt omdat het niet in hun idee van het label past, lach dan, stap op die speedboot, en laat ze zien hoe jij over de golven van het leven scheert. Want labels zijn voor koffers, niet voor mensen. En jij, jij bent zoveel meer…
Renske Dragt is auteur van het boek ‘Love is in the air’. Via Up in the Sky kunt u met de code “upinthesky10” het boek extra voordelig bestellen! Voor de code in bij het winkelmandje.
-
Boek Love is in the Air€15,00