Eind deze maand zal DDA Classic Airlines de laatste vluchten met betalende passagiers uitvoeren. Begin oktober zal Dakota PH-PBA, de laatste vliegende Nederlandse DC-3, nog enkele niet-commerciële vluchten maken, daarna valt definitief het doek voor DDA als “luchtvaartmaatschappij”.
De voornaamste reden voor dit besluit is een huisvestingsprobleem. De huidige DDA-hangaar is vanaf volgend jaar niet meer beschikbaar. Daarnaast zijn er andere factoren, die het voortbestaan van DDA Classic Airlines in de weg staan. Door deze samenloop heeft het bestuur besloten dat 2024 het laatste jaar is dat DDA rondvluchten zal maken op commerciële basis.
Aert Mante is één van de vliegers van DDA Classic Airlines op de DC-3. Up in the Sky sprak met hem op de dag van de laatste rondvlucht van de PH-PBA vanaf Lelystad. ‘Het is een optelsom geweest, waardoor uiteindelijk besloten is om te stoppen. Omdat we commerciële vluchten uitvoeren, moeten we voldoen aan dezelfde regelgeving als bijvoorbeeld Transavia of KLM. Maar die regelgeving is gericht op moderne toestellen, waardoor het voor ons als DDA veel tijd en moeite kost om aan alle reglementen te voldoen.’
Hangaar 32 is op dit moment het onderkomen van DDA Classic Airlines op Schiphol. Deze hangaar is vanaf 2025 niet meer beschikbaar voor DDA. Andere betaalbare accommodatie is moeilijk te vinden op Schiphol en verhuizen naar een andere luchthaven is volgens het DDA-bestuur geen haalbaar alternatief. Aert Mante: ‘Vanuit Amsterdam kunnen we binnen redelijke vliegafstand met de Dakota naar veel bezienswaardigheden als de Bollenstreek, Amsterdam, de Rotterdamse haven enzovoort. Vanaf bijvoorbeeld Lelystad is dat een stuk verder weg.’
DDA heeft verder te maken met stijgende kosten, bijvoorbeeld door gestegen landingsrechten en hogere verzekeringspremies. Ook de beschikbaarheid van AvGas, de brandstof voor de motoren van de Dakota, is in de nabije toekomst een probleem. Feije Jaski, voorzitter van DDA Classic Airlines zei hierover tegen Up in the Sky: ‘Productie van deze (loodhoudende) vliegtuigbrandstof wordt vanaf 2025 door de Europese Commissie niet meer toegestaan. Er wordt gewerkt aan alternatieven, maar of deze op korte termijn beschikbaar zijn is nog onduidelijk. Zeker is dat de prijs aanzienlijk hoger zal liggen.’
Het stoppen van de Dakota-vluchten geeft Mante een dubbel gevoel. ‘In het dagelijks leven ben ik captain op de 747 bij KLM Cargo (voorheen Martinair). Daarnaast vlieg ik ook, als freelancer, voor Corendon op de 737 MAX. Hoewel ik al bijna twintig jaar voor DDA op de DC-3 vlieg, kost het veel tijd om op alle drie de types current te blijven. Dus dat de Dakota voor mij wegvalt, gaat mij zeker tijd schelen. Tegelijkertijd is het natuurlijk wel erg jammer. Het is een iconisch vliegtuigtype en voor veel vliegers is het toch een soort van jongensdroom, om te vliegen op een Dakota.’
Wat de toekomst gaat brengen voor de PH-PBA is nog onzeker. De hoop is dat dit 80 jaar oude vliegtuig, met een rijke historie, behouden kan blijven in Nederland. Mante: ‘De kans is klein dat de PBA nog rondvluchten zal maken met betalende passagiers. Maar vluchten uitvoeren tijdens vliegshows en herdenkingen, dat is makkelijker te realiseren.’ Interesse om deze Dakota over te nemen is er in elk geval voldoende. DDA-voorzitter Feije Jaski: ‘Wij zijn nog in onderhandeling met enkele partijen omtrent de toekomst van de PBA. Het zou mooi zijn als er na 2024 mee gevlogen kan worden.’
Voor de hand liggende kandidaten zijn het Luchtvaartmuseum Aviodrome in Lelystad en de Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht (KLuHV) te Gilze-Rijen. In 2016 kocht het Aviodrome al DC-3 PH-DDZ “Doornroosje” van de DDA. Het doel was destijds om deze Dakota weer terug te brengen in vliegende staat, maar dat doel is vooralsnog niet gerealiseerd. Tijdens de coronacrisis, tussen april 2020 en april 2021, heeft de PH-PBA al eens een jaar onderdak gevonden bij de KLuHV. Met de rijke Nederlandse historie van het toestel, zou de PBA een mooie toevoeging zijn op de collectie van de KLuHV.
De PH-PBA werd in 1944 gebouwd voor de Amerikaanse luchtmacht als C-47 transportvliegtuig. Het is ingezet tijdens de invasie van Normandië in juni 1944 en tijdens operatie “Market Garden”, bij de bevrijding van Nederland. In september 1944 voerde het toestel (als 42-100971 “The Squirrel”) vluchten uit boven Arnhem, Groesbeek en Overasselt. Na de oorlog kocht Prins Bernhard het toestel en kreeg het de registratie PH-PBA. Van 1946 tot 1961 was de PH-PBA het eerste officiële Nederlandse regeringsvliegtuig. Vervolgens is het toestel tot 1975 gebruikt door de Rijksluchtvaartdienst als calibratievliegtuig. Tussen 1975 en 1995 maakte de Dakota deel uit van de collectie van het Aviodome museum op Schiphol. Op initiatief van ZKH Prins Bernhard werd het vervolgens geheel gerestaureerd en weer vliegwaardig gemaakt. Vanaf 1998 heeft de DDA het vliegtuig in gebruik genomen. Sindsdien heeft het met diverse kleurenschema’s gevlogen.