De afgelopen twee weken was vliegbasis Eindhoven de uitvalsbasis voor de oefening “Falcon Leap“. Deze oefening van de Luchtmobiele Brigade eindigt aankomende zaterdag met een “memorial drop” van 800 parachutisten boven de Ginkelse Heide. Up in the Sky bezocht eerder deze week de Brabantse basis.
Ooit begonnen als herdenking voor de operatie Market Garden, is Falcon Leap inmiddels uitgegroeid tot een volwaardige internationale luchtlandingsoefening. Luitenant-kolonel Linda Lauret is Chef Staf van het Air Mobility Command (AMC) van de Koninklijke Luchtmacht. Ze is tevens “exercise director” van deze editie van Falcon Leap. ‘Vanwege 80 jaar bevrijding is de Falcon Leap dit jaar grootschaliger dan voorheen. Ongeveer 1000 militairen, waarvan 800 parachutisten, nemen dit jaar deel aan de oefening. Naast twee Nederlandse Herculessen doen transportvliegtuigen mee uit negen landen.’
Op 17 september 1944 begon met operatie Market Garden de bevrijding van Nederland. Een dag later landden 2000 parachutisten op de Ginkelse Heide bij Ede. De deelnemende militairen, afkomstig uit Groot-Brittannië en Polen, hadden destijds als taak de landingszones veilig te stellen en de brug over de Rijn bij Arnhem te veroveren. De brug was cruciaal voor de verdere doortocht naar Noord-Nederland en Duitsland. Dit einddoel werd uiteindelijk niet gehaald en bleek ‘een brug te ver’.
Hoewel de oefening wordt georganiseerd door 11 Luchtmobiele Brigade van de Koninklijke Landmacht, verleent de Koninklijke Luchtmacht essentiële ondersteuning aan Falcon Leap: het luchttransport. ‘Voor het Air Mobility Command is een oefening als deze vooral waardevol vanwege het trainen van interoperabiliteit: samenwerking met meerdere landen en vliegtuigtypen. Daarnaast brengen we ook het “airborne concept” in de praktijk. In het scenario van de oefening hebben we in de afgelopen anderhalve week heel veel verschillende situaties beoefend. Bijvoorbeeld het droppen van materiaal en pathfinders, maar ook op de grond uitladen van materieel met draaiende motoren. Dat laatste deden we op Twente Airport. Veel van deze oefensituaties zijn voor de luchtmacht ook toepasbaar op andere missies. Denk dan aan het droppen van hulpgoederen, zoals we recent boven Gaza hebben gedaan.’
De laatste twee dagen van Falcon Leap is het eigenlijke oefenscenario afgerond. De nadruk ligt dan op “cross-parachuting”, de onderlinge uitwisseling tussen de parachutisten van verschillende nationaliteiten. Lauret: ‘Veel landen gebruiken hun eigen type chute. Tijdens een oefening als deze kunnen we para’s met een chute van een ander land en ook uit een ander toestel te laten springen. Het bevordert de onderlinge uitwisselbaarheid en voor de para’s is er een extra bonus: ze krijgen een parawing van een ander land. In de planning houden we wel rekening met de verschillende limieten en beperkingen. Niet elke chute kan zomaar gebruikt worden door iedereen of vanuit elk vliegtuigtype. Bij het plannen is er een soort groot Excel sheet waarin al deze gegevens zijn verwerkt.’
Een grote oefening als Falcon Leap, vraagt veel voorbereiding van zowel landmacht als luchtmacht. ‘Als de oefening goed en wel is afgelopen, volgt natuurlijk eerst een uitgebreide evaluatie. Tijdens de oefening zelf evalueren we overigens ook al met een zogenaamde “hot wash up”. Maar al vrij snel beginnen we vervolgens met de voorbereiding voor volgend jaar. Bijvoorbeeld praktisch en logistiek: waar breng je 800 para’s onder? Dat heeft de landmacht in Schaarsbergen overigens uitstekend geregeld dit jaar.’ Voor vliegbasis Eindhoven betekent Falcon Leap ook veel. ‘Het hele platform staat nu vol, met straks dertien vliegtuigen kan er eigenlijk weinig meer bij. Voor het Air Mobility Command heeft dit ook trainingswaarde: hoe ontvang je tegelijkertijd meerdere transportvliegtuigen van andere landen? Dus ook voor de vliegbasis zelf zijn het twee interessante weken!’