Op 27 september botste een douanevoertuig op Schiphol op een Airbus A340-600 van Duitse charter- en wet-leaseluchtvaartmaatschappij USC. Het viermotorige toestel bleef vervolgens enkele dagen aan de grond.
Het betrof een speciaal scanvoertuig van de douane, dat wordt ingezet om vluchten uit ›risicolanden te inspecteren. Tijdens zijn werkzaamheden botste het voertuig tegen de linkerkant van de romp van de A340. De impact veroorzaakte een aanzienlijke deuk in de romp van het vliegtuig, wat directe inspectie en reparatie vereiste. Hoewel de schade uiteindelijk werd hersteld, duurde het tot 6 oktober voordat het toestel weer kon vertrekken vanaf Schiphol.
De getroffen Airbus A340-600, een toestel dat al 20 jaar in dienst is, maakt deel uit van de vloot van USC. Sinds half september wordt het toestel ingezet voor Surinam Airways op de route van Amsterdam naar Paramaribo, waarbij het drie keer per week passagiers vervoert tussen Nederland en Suriname. Naast de A340-600 bezit USC ook een A340-300, een iets kleinere versie van het vliegtuig. Terwijl de A340 aan de grond bleef, huurde Surinam Airways een Boeing 777-200ER van Privilege Style in om de vluchten naar Suriname uit te voeren.
De Airbus A340, ooit een van de populairste langeafstandstoestellen, wordt de laatste jaren steeds minder gebruikt door luchtvaartmaatschappijen vanwege de hogere operationele kosten in vergelijking met nieuwere, zuinigere vliegtuigen met twee motoren, zoals de Boeing 787 en de Airbus A350. Toch blijft het vliegtuigtype waardevol voor charter- en wet-leaseoperaties, waarbij luchtvaartmaatschappijen zoals USC toestellen aanbieden aan andere maatschappijen voor tijdelijke routes of vluchten.