Het was zeker verrassend om die eerste keer op het vrachtplatform van Maastricht Aachen Airport een Lockheed TriStar te zien staan in volledige British Caledonian-kleuren zonder opschriften, maar nog wel voorzien van de naam die deze airline haar ooit gaf: Loch Fyne. Verlegde je je blik naar de achterkant van de machine dan zag je daar 3C-QRL als registratie staan. Omdat mijn denkwerk over wat de prefix 3C inhield zonder resultaat bleef, moest ik een andere weg bewandelen om daarachter te komen. Ik vroeg het een medespotter en kreeg Equatoriaal-Guinea als antwoord. Hij vertelde er meteen bij dat de kist op naam stond van Ducor World Airlines.
Nog geen meter gevlogen
Ducor World Airlines ontstond in december 2001 uit de restanten van Liberia World Airlines, kortweg LWA. Dat was geen onbekende op de diverse Nederlandse luchthavens: hun DC-8’s kon je aantreffen op Schiphol, Rotterdam en Maastricht. Ook bij onze zuiderburen waren ze vaste gast op Oostende en Brussel.
De gedachte om de vluchtuitvoering te kunnen doorzetten met de DC-8-54F/55F’s die uit het faillissement van LWA restten, was anno 2001 geen haalbare kaart meer. De Achten waren toen al ver uit de tijd en liepen zowel in verbruik als in decibelletjes hard achter modernere vliegmachines aan te hobbelen. Nu had LWA vlak voor haar teloorgang al wel een L-1011 TriStar in haar vloot opgenomen. Alleen stond die nog in Oostende voor onderhoud en had nog geen meter gevlogen voor LWA. Ducor World Airlines, kortweg DWA, koos wellicht voor de Lockheed TriStar vanwege dit exemplaar uit de boedel van LWA: voor die tijd een machine zonder al te veel brandstofverbruik en geluidsoverlast. Saillant detail was echter dat TriStars standaard passagiersvliegtuigen waren, zonder vrachtdeur dus.
Ombouwprogramma
Nadat Marshalls of Cambridge in de jaren 80 een zestal L-1011-500’s had omgebouwd tot tanker en vrachtvliegtuig voor de Royal Air Force, dacht men begin jaren 90 aan een ombouwprogramma van meer van deze vliegtuigtypes naar vrachtkisten. In die tijd werden veel TriStars vervangen door moderner materieel waardoor er genoeg exemplaren opgeslagen stonden. Het ombouwprogramma werd echter geen succes omdat het rendement van een L-1011F zwaar onder de maat bleef. Daarom had Marshalls of Cambridge het ombouwproject al ruim voor 2001 stopgezet, waardoor DWA dus geen Tristars meer kon laten ombouwen. Het handjevol omgebouwde TriStars vloog nog steeds rond bij hun baasjes waardoor daar ook niks viel weg te halen. Wilde je per se een TriStar, dan was een passagierskist nog de enige optie. En zo geschiedde…
PFreighter-status
Ergens in maart 2002 zagen we op Maastricht dus de eerste in de vorm van de al eerder in dit verhaal genoemde L-1011-1, registratie 3C-QRL. Haar vliegende leven begon in 1974 als G-BBAF van British Airways. In 1990 ging de “El Ten Eleven” naar Caledonian Airways waar ze, nog altijd met dezelfde registratie, veelal vakantiecharters vloog vanaf Gatwick en Manchester. In 1999 zette Caledonian de TriStar voorgoed aan de kant en werd ze naar Abu Dhabi overgevlogen voor opslag. In 2002 kreeg DWA haar in het vizier en werd ze naar Maastricht geferried. Daar werd het interieur eruit gesloopt en kreeg de kist haar “pfreighter”-status, hoewel het woord pfreighter toen nog niet bestond (Ten tijde van de coronapandemie is deze term gebruikt voor passagiersvliegtuigen die voor vrachtvervoer werden ingezet; LK).
Veel vloog de Tristar in de beginperiode echter niet. Soms stond ze dagenlang op het platform. En als ze al eens een vlucht had, was het een dagtaak haar te laden en te lossen. Dat ging via een lopende band bij een van de deuren, of met een heftruck. Maar gaandeweg het jaar kreeg Ducor toch meer te doen. En omdat de andere TriStar wegens achterstallige betalingen uit de LWA-boedel nog steeds aan de ketting lag op Oostende, ging men op zoek naar een tweede exemplaar dat gevonden werd in de vorm van L-1011-1 3C-QRQ.


Beton happen
Ook de 3C-QRQ was een afdankertje van Caledonian. In tegenstelling tot de QRL zag deze kist er redelijk beroerd uit aan de buitenkant. Evenals de Quibec Romeo Lima begon de Quebec Romeo Quibec haar leven ook bij British Airways en wel in 1975 als G-BBAH. De levensloop van de “Q” verschilt verder niet veel van de “L”. In 1990 ging ze naar Caledonian en na haar uitfasering in 1999 werd ze stored gezet op Abu Dhabi. DWA nam de TriStar in juni 2002 over. Het duurde echter tot begin 2003 voordat de machine voor het eerst op Maastricht verscheen. Ook op deze kist prijkte de naam Loch Avon nog uit haar British Caledonian-tijd. Voor haar werd het hetzelfde verhaal als voor de QRL: soms stond ze dagenlang, zelfs wekenlang beton te happen.
Met de staart naar achteren
Om het B-platform vrij te houden voor andere vrachtmachines, ging Maastricht Aachen Airport uiteindelijk over tot het weghalen van de blastfence op het C-platform zodat beide TriStars met de staart naar achteren ingeparkeerd konden worden en dat conform de geldende regels keurig binnen de lijntjes. Je zou toch zeggen dat het geen goed teken was voor Ducor World Airlines dat die twee TriStars daar geregeld stonden te nietsen. De derde TriStar, de 3C-QQX, stond inmiddels weg te kwijnen op Oostende. Zij was zeker geen onbekende in Europa want na de ondergang van haar vorige baasje Eastern Airlines, vloog ze van 1981 tot 1993 als D-AERP voor LTU. Deze L-1011-1 was nog altijd voorzien van de basic LTU-kleuren in combinatie met een witte staart.
Doodsteek
Ondanks al die stilstand hield toch Ducor stand. Wij, op onze beurt, waren altijd blij als de beide plekken op het C-platform leeg waren en de TriStars dus deden waar ze ooit voor gebouwd zijn: geld verdienen! Dat geld verdienen bleek echter niet geheel legaal te gaan want tegen het einde van 2003 werd Ducor World Airlines verdacht van illegale wapentransporten binnen Afrika. Het was de doodsteek voor de luchtvaartmaatschappij. Hun Tristars belandden in de verkoop.
Voorgoed uit
De 3C-QRL kwam in handen van International Air Service, waarna zij in verhuur naar Georgië verkaste. Daar vloog ze een maandje voor Georgian Cargo Airlines als A8-AAB. Een maand later was dat al over en uit. De TriStar kwam bij AMW Tchad terecht als TT-DWE.
Sinds 2010 staat ze langs een weg in Abu Dhabi, nog steeds in British Caledonian-kleuren, of wat daarvan nog over is.
De 3C-QRQ kwam eveneens in bezit van International Air Service, in dit geval als A8-AAA, en werd verhuurd aan Reem Air als EX-101. AMW Tchad nam in 2007 ook deze machine over, nu als TT-DAE. Veel gevlogen heeft ze niet meer, want in datzelfde jaar kwam de TriStar op Bishkek Manas Airport in storage te staan. Een blik op Google Earth laat zien dat de TriStar daar nog steeds staat, en ja, nog altijd in vale British Caledonian-kleuren.
Tenslotte nog de 3C-QQX. Deze TriStar kwam als N822DE in handen van Duane A. Egli. Vlak na de start voor de ferryvlucht van Oostende naar Gander ging het mis met motor drie. De bemanning week uit naar Manston. Uiteindelijk is dit vliegtuig toch naar Gander overgevlogen. Haar laatste vlucht was van Gander naar Opa Locka in Florida waar ze oog in oog kwam met de slopershamer.
Het verhaal van de Lockheed TriStars van Ducor World Airlines op Maastricht-Aachen Airport was hiermee voorgoed uit. Maar in het korte bestaan van deze maatschappij wist ze toch vliegtuigspotters van heinde en verre naar Maastricht te krijgen.