Sinds het uitbreken van de oorlog tussen Israël en Hamas, boekt de Israëlische flag carrier recordwinsten. Vliegtuigen zijn tot de nok gevuld en ticketprijzen gaan meerdere malen over de kop. Toch heeft de luchtvaartmaatschappij het lastig.
Afgelopen jaar zei de ene na de andere maatschappij gedag tegen Tel Aviv en andere Israëlische steden. Zij beschouwen het als een té groot veiligheidsrisico en hebben vluchten naar het land stopgezet. De lijst met airlines die nog wel van en naar Israël vliegen wordt almaar korter. Onder andere Etihad Airways, Hainan Airlines en AirEuropa reizen vooralsnog naar Tel Aviv. Uiteraard voert de Israëlische nationale luchtvaartmaatschappij El Al ook nog steeds vluchten uit. De airline boekt recordwinsten. De maatschappij kan door haar monopoliepositie en de enorm hoge vraag naar tickets veel hogere prijzen vragen dan normaal. Toch is de huidige situatie niet makkelijk voor El Al, vertelde CEO Dina Ben Tal Ganencia in een interview met de krant Yedioth Ahronoth.
Tekorten
De Israëlische maatschappij kampt voornamelijk met een tekort aan cockpit- en veiligheidspersoneel. Dat heeft vooral te maken met de gevolgen van de coronapandemie. ‘Mensen zaten twee jaar thuis, er was een personeelsschommeling en daarmee ging het organisatorische geheugen verloren’, aldus Ben Tal Ganencia. Tevens heeft de maatschappij haar vliegtuigen nog niet allemaal weer in orde weten te maken en kan ze die dus niet gebruiken. Dat heeft voornamelijk te maken met de personeelstekorten. El Al-personeel voert tegenwoordig veelal taken uit voor het Israëlische leger in Libanon. ‘De piloten die worden gerekruteerd en operaties uitvoeren in het noorden? Dat doen onze piloten. De monteurs die de vliegtuigen onderhouden? Dat doen onze monteurs.’