De provincie Noord-Holland heeft besloten af te zien van een verbod op advertenties voor vliegreizen en andere als milieubelastend beschouwde producten, zoals vlees, vis en benzineauto’s, in de bushokjes langs provinciale wegen. In totaal gaat het om ruim 170 abri’s.
Hoewel Provinciale Staten eind 2022 instemden met een voorstel van PvdA en GroenLinks om dit soort reclame-uitingen te weren, ontbreekt inmiddels de politieke meerderheid om het daadwerkelijk door te voeren. Een belangrijke factor daarbij is het financiële aspect: het verbieden van deze advertenties zou de provincie jaarlijks naar schatting 20.000 euro aan inkomsten schelen.
Op dit moment genereert reclame in de bushokjes jaarlijks ongeveer 200.000 euro aan inkomsten voor de provincie. Het schrappen van advertenties voor vliegreizen en andere fossiele producten zou die inkomstenbron verkleinen. Intussen nemen meerdere Nederlandse steden wel maatregelen tegen fossiele reclame in de openbare ruimte, wat laat zien dat Noord-Holland met haar besluit een andere koers vaart. Zo mogen er in onder andere Nijmegen en Tilburg geen vliegreizen meer aangeprezen worden bij de bushalte.
Uit de motie van 2022 bleek destijds dat een verbod geen impact zou hebben op de provinciale financiën, maar in de praktijk blijkt dat niet te kloppen. Bovendien zou de handhaving ervan een aanzienlijke extra belasting betekenen voor de provinciale ambtenaren. Een ander veelgehoord bezwaar is de willekeurigheid van het verbod: ‘Waarom mag je geen reclame maken voor duurzaam gevangen vis en wel voor plantaardige tofu, dat bijzonder slecht is qua productie voor het milieu?’, aldus VVD-statenlid Jeroen Boer. Volgens Boer zijn dergelijke regels ondoordacht en oneerlijk zijn.
VVD-Statenlid Jeroen Boer sprak van een ‘vorm van censuur’ en benadrukte dat inwoners zelf in staat zijn om te bepalen hoe ze op vakantie gaan. Volgens hem gaat een verbod op reclame voor vliegreizen of zelfs alledaagse voedingsmiddelen zoals een pizza met salami of soep met gehaktballen ‘veel te ver.’ Ook JA21 ageerde tegen de maatregel en noemde het ‘betutteling in overtreffende trap.’ De BBB voegde daaraan toe dat Noord-Hollanders prima in staat zijn zelf te kiezen wat ze consumeren.
Voor GroenLinks-Statenlid Walter Freeman is de beslissing om het verbod te schrappen een bittere pil. Volgens hem ondermijnt de provincie hiermee haar eigen geloofwaardigheid op het gebied van klimaatbeleid. De PvdA sprak de frustratie uit dat het college van Gedeputeerde Staten ‘er gewoon geen zin in heeft.’ Gedeputeerde Olthof verweerde zich echter door te stellen dat het college zich niet inhoudelijk uitspreekt over de kwestie.
Hoewel de SP overweegt om bij een volgende vergadering een nieuw voorstel in te dienen, lijkt een verbod gezien de politieke verhoudingen kansloos. De stemming in de Staten laat een duidelijke scheiding zien: 23 leden steunen het verbod, terwijl 32 tegen zijn.