Hoe ontdek je op een verjaardag dat iemand piloot is? Je hoeft dat nooit te vragen, dat vertelt diegene namelijk zelf. Meestal nog voordat de bitterballen op tafel staan en zó dat de overbuurvrouw het ook hoort. Trots die niet onder stoelen of banken wordt geschoven, maar mede te verklaren valt door een lange voorafgaande lijdensweg richting de cockpit.
Begrijpelijk hoor, het vergt veerkracht en uithoudingsvermogen. Zodra de inkt op het brevet is opgedroogd, begint de (financiële) struggle van het vliegende bestaan pas echt. De meesten stoppen eerst hun ziel en zaligheid in het bemachtigen van hun vlieglicentie en daarna in het opbouwen van vlieguren.
En dan niet meteen boven Schiphol, maar eerder boven een onverharde airstrip in het buitenland. Zo wordt er regelmatig voor een eerste baan in de cockpit gekozen in Oost-Europa, Indonesië, Afrika of andere oorden. Voor een hongerloon, met gevaar voor eigen leven en onverzekerd, maar wel onvergetelijk. De capriolen van de eerste vliegbaan zal je daarna (als het goed is) nooit meer uithalen.
De luchtvaart is een wereld van uitersten, die regelmatig gebukt gaat onder economische crises. Velen hebben de recessie van 2008 en de coronaperiode nog vers in het achterhoofd. De meesten realiseren zich maar al te goed dat ze van geluk mogen spreken met een baan als vlieger. Sommigen hadden immers een minder gelukkig lot: onbetaald verlof of zelfs ‘vervroegd pensioen’.
Elke piloot is wel eens door een dal gegaan. Het mooie daarvan is weer dat er altijd wel wat te praten valt in de cockpit. Vooral op een acht uur durende retour van Barcelona naar Tallinn is er genoeg tijd om elkaars rampspoed aan te horen. Niets brengt een collegiale connectie beter tot stand dan gezamenlijk leed.
Met het uitwisselen van ervaringen ben je weer even kind met een droom die nog altijd springlevend is. Maar op mijn laatste vlucht vroeg ik aan een veterane collega of het voor hem ook ooit zo’n lijdensweg was om de cockpit te bereiken. Terwijl hij uit het raam keek en een slok van zijn koffie nam, besloot hij: ‘Op mijn leeftijd ben je meer bezig met de vraag: hoe kom ik hier ooit weer uit?’