Afgelopen maandag 31 maart begon de oefening “Ramstein Flag” (RAFL) in het Europese luchtruim. Nederland is gastland van deze twee weken durende oefening. Vliegbasis Leeuwarden ontvangt zo’n 40 gevechtsvliegtuigen uit zes bezoekende landen, waaronder een aantal Gripens van de Zweedse luchtmacht.
In totaal nemen ongeveer 90 toestellen deel aan de oefening van 15 NAVO-luchtmachten , waaronder de “nieuwe” NAVO-partners Zweden en Finland. Finland trad toe tot de NAVO op 4 april 2023, Zweden volgde een jaar later op 7 maart 2024. Beide landen namen wel al eerder deel aan een “Frisian Flag” oefening op Leeuwarden, maar voor Zweden is het de eerste keer als NAVO-lid. Bij de start van Ramstein Flag beantwoordde kapitein Patrik Lange van de Zweedse luchtmacht via e-mail een aantal vragen over Ramstein Flag.
Kapitein Patrik Lange, callsign “Leaker” is JAS-39C Gripen-vlieger bij F7 Skaraborg Wing, gestationeerd op Såtenäs. Kapitein Lange: ‘We zijn met zes Gripens aanwezig op Leeuwarden, het is de bedoeling dat we steeds met vier daarvan de oefenmissies uitvoeren. Ons detachement bestaat uit ongeveer 70 personen, voornamelijk van F7 Skaraborg Wing. De meeste vliegers zijn van het 71e squadron, onderdeel van F7 Wing. Tijdens de RAFL worden we versterkt met piloten van 72e squadron en ook van F21 Norrbotten Wing [afkomstig van de vliegbasis Luleå in Lapland, LvdB] en F17 Blekinge Wing [afkomstig van de vliegbasis Ronneby, LvdB].’
Voor de Zweedse luchtmacht is deelname als NAVO-lid aan een grootschalige “Flag”-oefening een heel nieuwe ervaring. ‘Ons belangrijkste doel tijdens RAFL is om ons NAVO-integratieproces voort te zetten. Met name wat betreft het plannen, uitvoeren en debriefen van grootschalige luchtoperaties. Verder kunnen we ervaring opdoen in het deel uitmaken van een grotere strijdmacht en het vliegen in een onbekend luchtruim met andere piloten die geen Zweeds spreken. Ook de inzet in een ander land in Europa biedt veel goede ervaringen, vooral voor onze jongere piloten.’
Het is voor kapitein Lange niet de eerste keer dat hij in Leeuwarden is voor een oefening als deze: ‘Ik heb in 2013 meegedaan aan Frisian Flag. Uit de informatie die ik vooraf heb gekregen, lijkt het erop dat de oefening behoorlijk is veranderd. Bijvoorbeeld door de komst van 5e generatie gevechtsvliegtuigen zoals de F-35, die invloed hebben op de manier waarop COMAO’s [grootschalige gezamenlijke luchtoperaties, LvdB] worden uitgevoerd.’ Kapitein Lange merkt ook op hoe recente ontwikkelingen de manier hebben beïnvloed waarop luchtmachten oefenen: ‘De potentiële dreiging tegen Europa is duidelijker dan twaalf jaar geleden. Dat maakt het in zekere zin makkelijker om te weten wat we met onze training moeten bereiken. Tien, vijftien jaar geleden waren er meer elementen van vredesoperaties, terwijl het nu meer oorlogsscenario’s zijn.’
De deelnemende vliegers voeren geen dagelijkse missies uit tijdens Ramstein Flag. Lange zegt hierover: ‘Ik verwacht een tweedaags gevechtsritme – de eerste dag plan je je missie en de volgende dag brief je, vlieg je en debrief je de missie. Als standaard scenario verwacht ik een offensieve counter air missie met verschillende onderdelen zoals strikers, air-to-air spelers en onderdrukking van vijandelijke luchtverdediging, die samen het gemeenschappelijke doel nastreven. Andere functies zoals bijtanken in de lucht, controle in de lucht, gevechtsleiders en inlichtingen zullen de missie hoogstwaarschijnlijk ook ondersteunen.’
De Zweden kijken uit naar hun deelname aan Ramstein Flag. Lange: ‘Een groot verschil met andere oefeningen is dat RAFL wordt aangestuurd door een commando op hoog niveau, wat het realistischer maakt en goede voorwaarden schept voor een breed scala aan functies om deel te nemen aan de oefening. Dus niet alleen de vliegende eenheden, wat anders vaak het geval is. Als Zweed is het altijd leuk om in deze tijd van het jaar Nederland te bezoeken na een donkere en koude winter! En wat ik me herinner van Frisian Flag, is dat er altijd genoeg mogelijkheden zijn om onze collega’s uit andere landen te leren kennen in een meer ontspannen omgeving dan in de lucht of in de briefingruimte – en dat is misschien wel net zo belangrijk als goed voorbereid zijn op de missies!’