Als hij ergens wel eens een KLM-huisje zag staan had hij er lange tijd totaal geen gedachte bij. Dit veranderde toen Mark Zegeling een relatie kreeg met een KLM-purser en vervolgens steeds meer ging reizen. Als televisiemaker leek het hem wel wat een documentaire samen te stellen over de architectuur van de huisjes en hun geschiedenis. Het liep echter anders.
‘Het viel me op dat mannen die in de Business Class zitten, dikwijls met een grote staat van dienst als ondernemer, politicus of noem maar op, ineens als kleine jongens worden als ze zo’n Delftsblauw huisje krijgen’, vertelt Mark. ‘Alsof ze weer een nieuw voetbalplaatje scoren in de supermarkt’, treft hij een vergelijking. Hij vond het een curieus fenomeen en wilde er meer van weten: ‘Ik was niet alleen benieuwd naar de verhalen van die mannen, maar ook naar de verhalen achter die KLM-huisjes. Ik dook de collectie in en kwam algauw tot de ontdekking dat er maar heel weinig over bekend was, ook bij KLM zelf.’
Echt helemaal not done
‘Van een aantal huisjes was niet eens bekend waar ze stonden. Ja, in Amsterdam, maar waar dan?’, vervolgt Mark. Hij deed zijn voordeel met een boek van Caspar Philips die in de achttiende eeuw de huizen langs een aantal van de hoofdgrachten natekende. Als eerste trof hij op de Leidsegracht huisje 9 aan, dat huis met die oeils-de-boeufs, die kleine ronde raampjes met die prachtig met zandsteen zijn omlijst. Mark: ‘Een ontwerp van Barent Graat die er zelf heeft gewoond en er tekenlessen gaf met naaktmodellen. Dat was in die tijd, de zeventiende eeuw, echt helemaal not done. Ik had nog nooit van de man gehoord, maar voor zijn tijd was hij best een belangrijke kunstenaar. Zijn werk hangt niet alleen in het Rijksmuseum maar maakt ook deel uit van de collectie van Buckingham Palace.’


Heel gekke plekken
Mark raakte steeds nieuwsgieriger naar wat er allemaal achter de gevels van die KLM-huisjes had plaatsgevonden en belde er gewoon aan. Niet zonder resultaat, want in alle door KLM uitgekozen panden heeft hij mogen rondkijken, op één na: huisje 100, Paleis Huis ten Bosch waar de koning woont met zijn gezin. Met een lach vervolgt Mark: ‘Ik hoop daar ooit nog eens binnen te mogen kijken, het paleis wordt immers ook gebruikt voor audiënties en ontvangsten.’
De bewoners van de andere panden stelden zich verre van terughoudend op als Mark eenmaal binnen was: ‘Ik kwam op heel gekke plekken die ze nooit aan anderen laten zien, zoals zolders en kelders. Bij de bewoonster van Huisje 89, Het Secretarishuis in Amersfoort, Muurhuizen 109, fotografeerde ik met mijn iPhone de oude balken waarnaar zij al eerder houtonderzoek had laten doen. Kennelijk heeft die een bepaalde belichting waardoor wij een tekst zagen die zij, schrijfster van een boek over dat huis, nog niet eerder had ontdekt. Dergelijke vondsten vind ik echt hartstikke leuk. Soms zijn mensen ook totaal verrast over wat ik al allemaal weet over hun woning.’
Op zijn beurt was Mark totaal verrast door wat hij aantrof achter de in 1970 door Cees Dam ontworpen ‘fantasieloze gevel’ van huisje 43, gelegen aan de Prinsengracht 516 in Amsterdam: een zwembad, een sauna, een wijnkelder en een bioscoop. ‘Cees Dam heeft ook heel veel mooie panden gemaakt’, haast Mark zich te zeggen. ‘Hij was ongetwijfeld gebonden aan heel veel restricties bij dit pand dat nog dateert uit de achttiende eeuw en deel uitmaakt van een beschermd stadsgezicht.’ Om in dit zeer luxueuze pand te kunnen wonen moet je over een wel heel goed gevulde portemonnee beschikken: de huur komt neer op € 14.000 per maand.


Veel te groot
Hoe meer Mark over al die als KLM-huisjes uitverkoren panden te weten kwam, hoe duidelijker het voor hem werd dat hij er helemaal geen documentaire over moest maken. ‘Het onderwerp was veel te groot’, stelt hij. En dat was niet het enige: ‘Omdat de naam KLM bovendien met al die huizen wordt geassocieerd, zou de publieke omroep het als te commercieel ervaren. En de commerciële omroep zou zeggen: oh, maar als we dat gaan uitzenden moet KLM daarvoor betalen. Nou, daar begint KLM natuurlijk niet aan, daar hebben ze andere prioriteiten dan als televisieprogrammasponsor.’ Onder het motto ‘Bols vult de huisjes met sterke drank, KLM omringt ze met emotie en ik vul ze met verhalen’, besloot Mark er een boek over te schrijven.
Hij stapte naar diverse uitgevers toe, maar die waren in het geheel niet geïnteresseerd. ‘Toen ik bij een boekhandel te rade ging, werd mij verteld dat het een nichemarkt betreft. “Weet wat je doet”, kreeg ik te verstaan toen ik besloot het zelf te gaan doen: het schrijven, het fotograferen, het zoeken van een vormgever, het zoeken van een drukker.’ Mark realiseerde zich dat hij met een sterke titel moest komen: ‘Ik dacht: ik geef mijn boek een heel sympathieke titel: Sterke verhalen. Dat wijst natuurlijk op de sterke drank in die huisjes maar ook op de verhalen zelf, altijd waargebeurd maar zo sterk dat je het bijna niet kunt geloven’.
Iek ben konijn
Ter illustratie attendeert Mark op een gouden leeuw bij hem in de kast. ‘Weet je waar die vandaan komt?’, vraagt hij. Bij het uitblijven van een antwoord komt hij daar zelf mee: ‘Het Koninklijk Paleis op de Dam, waarvan KLM een zogenaamde special heeft uitgegeven in verschillende uitvoeringen, is in 1648 gebouwd als stadhuis van Amsterdam. Toen Lodewijk Napoleon Bonaparte, de broer van de bekende Franse keizer, in 1806 koning werd van Nederland, liet hij er een balkon aanbrengen, versierd met 92 gouden leeuwen met een kroon, zwaard, pijlen en daaromheen een lauwerkrans.
Jan Jonker, de bouwer van het balkon had een pesthekel aan de Fransen en maakte de constructie zo krakkemikkig mogelijk. De Franse koning deed zijn best om in de smaak te vallen bij het Nederlandse volk dat hij in goed Nederlands wilde begroeten. Dat ging hem niet helemaal goed af toen hij vol trots met een Franse tongval zei: “Iek ben konijn van Olland” terwijl hij eigenlijk had willen zeggen “Ik ben koning van Nederland”. Het balkon hield ruim een eeuw probleemloos stand, maar in 1937 ontdekte men dat er betonrot in de constructie zat. Tijdens de restauratie werd het niet alleen verkleind, ook een aantal van die gouden leeuwen verdween op mysterieuze wijze. Bijna zeventig jaar later kocht historica Jane Borst ze op een rommelmarkt voor € 430. Omdat zij het zo leuk vond dat zij met dit verhaal in mijn boek staat, heeft ze mij opgenomen in haar testament. Dus deze leeuw komt van het koninklijk balkon. Als dat geen sterk maar tegelijkertijd wel een waar gebeurd verhaal is!’
Dat ik dat heb gedurfd!
Met een paar freelancers ging Mark aan de slag met de eerste druk van Sterke verhalen, ondertitel Voor bij de borrel. Er rolden er maar liefst vijfduizend van de pers. ‘Achteraf denk ik wel eens: dat ik dat heb gedurfd!’, zegt hij nu. ‘In Nederland heb je al een bestseller als je duizend exemplaren hebt verkocht. En elk jaar komen er zo’n drie- à vierduizend titels uit.’ Het bleef er niet bij: ‘Er moest ook een Engelse uitgave komen. Over de titel is eindeloos gefilosofeerd. Het werd: Little Kindom by the Sea.’ Eveneens in het Engels is inmiddels zowel een grote luxe-editie als een special XXL edition leverbaar.
En nog bleef het er niet bij, er verscheen ook drie keer een limited edition met een cover waarin een flinterdunne porseleinentegel is ingelegd. ‘Die tegels zijn gemaakt door het Europees Keramisch Werkcentrum, Royal Delft en tenslotte door Royal Goedewaagen, een fabriek in Drenthe waar de KLM-huisjes langdurig zijn geproduceerd’, licht Mark toe. ‘De afbeelding op de eerste tegel correspondeert met het zeventiende-eeuwse tegeltableau van huisje 2, Restaurant De Vijf Vlieghen, Spuistraat 294, Amsterdam.’
Voor het tot stand brengen van die speciale editie werkte Mark samen met kunstenaars van het Europees Keramisch Werkcentrum. De kopers van het boek krijgen er een certificaat van echtheid bij. ‘Zodra er een boek uitkomt in een ander formaat of een andere uitvoering, is het ook echt nieuw in de zin van nieuwe en aanvullende teksten en foto’s. Dus nee, het is niet zo dat we even op een knop drukken en ja hoor, daar is weer een boek. In de meest recente uitgave staan de huisjes op volgorde van bouwjaar, van 1275 (de Ridderzaal, een special) tot 2009 (huisje 96). Het is een overzicht over bijna 750 jaar Nederlandse architectuurgeschiedenis en een eerbetoon aan de grootmeesters van onze bouwkunst. Achter de gevels van de KLM-huisjes schuilen illustere architecten als Hendrick de Keyser, Jacob van Campen, Pieter Post en Philips Vingboons.
Hún huisjes
Nog voordat Sterke Verhalen gepubliceerd zou worden, zocht Mark contact met KLM. ‘Toen ik zei dat ik een boek geschreven had over de KLM-huisjes en vroeg of ze er belangstelling voor hadden, kreeg ik als reactie dat ik dat helemaal niet had mogen doen, het waren hún huisjes. Toen zei ik dat de huisjes van Bols waren en dat de geschiedenis van ons allemaal is. Dat moesten ze wel toegeven.’ De hele oplage van maar liefst vijfduizend exemplaren was binnen drie weken verkocht.
Mark: ‘Ik heb voor veel reuring gezorgd bij de presentatie die uiteraard plaatsvond in een van de KLM-huisjes: nummer 69, Het Witte Huis aan Keizersgracht 319 in Amsterdam. Een schitterend pand uit 1639 dat ik een van de mooiste KLM-huisjes vind. Het is een ontwerp van Philips Vingboons, een bijzondere architect die wel de uitvinder van de Amsterdamse halsgevel wordt genoemd. Hij was een tijdgenoot van Jacob van Campen, maar werd vanwege zijn katholieke achtergrond frequent gepasseerd.’ De eerste exemplaren van Sterke verhalen reikte Mark uit aan een aantal bewoners van KLM-huisjes, waaronder Martine van Loon Labouchere, de grootmeesteres onder koningin Beatrix die ook nog onder Willem-Alexander diende tot 1 september 2014. ‘Omdat zij zelf ook naast een KLM-huisje woont’, zegt Mark.
In dit huis, huisje 83, Keizersgracht 672, een stadspaleis dat in 1672 werd ontworpen door de architect Adriaan Dortsman, de schilder Ferdinand Bol als eerste bewoner had, en enkele eeuwen later door wijlen Martines man nog is geopend als Museum Van Loon, presenteerde hij niet veel later Little Kingdom bij the Sea. Mark: ‘Dankzij mijn medianetwerk was ik algauw welkom in zowel menig tv- of radioprogramma als kranten en tijdschriften. In samenwerking met de Telegraaf heb ik nog een actie georganiseerd om de locatie te vinden van vijf KLM-huisjes waarvan ik nog geen idee had waar ze zouden staan. Ook dat leverde weer de nodige publiciteit op.’ De samenwerking met KLM kwam pas op een later moment tot stand.
Een boek van € 49.034,95
Er verschenen meer boeken bij MarkMedia&Art, waaronder Het Geheim van de Meester, naar het gelijknamige tv-programma van AVROTROS, waarin Mark de verborgen verhalen achter de lagen verf en vernis van beroemde meesterwerken onthult. Antwoorden blijven niet uit op vragen als: Het Meisje met de Parel van Vermeer draagt helemaal geen parel, maar wat wel?; Wat heeft Mondriaan met Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen?; Waaraan dacht de muze van Carel Willink tijdens het poseren?
Mark: ‘Ter promotie van dit boek hebben we een gouden editie gemaakt, een eenmalige uitgave waarvan de cover is bekleed met één kilo goud en is afgezet met parels, een soort artistieke verbeelding van het Meisje met de Parel gemaakt door juwelier Steltman. Het was in 2018 het duurste in Nederland uitgegeven boek, met een knipoog naar de handelseditie van € 34,95 te koop voor € 49.034,95. We hebben deze uitgave ook laten inslaan bij het Centraal Boekhuis. Probleem was dat ze daar voor de prijs van een boek slechts een bepaald aantal karakters kennen. € 49.034,95 was daarvoor te hoog. Om het aan te passen lag in heel Nederland het boekensysteem een kwartier stil. De directeur van het Centraal Boekhuis, Hans Willem Cortenraad, nam het gouden boek in ontvangst.’ Met een brede lach merkt Mark op: ‘Ik houd wel van stunts!’

Onzin, echt onzin
Intussen volgde KLM ‘met argusogen’ wat Mark allemaal aan het doen was. Bij de onthulling van huisje 95, de Heineken Brouwerij, Stadhouderskade 78, Amsterdam, werd hij uitgenodigd en maakte kennis met Camiel Eurlings, op dat moment directeur bij KLM. ‘Hij stelde voor op korte termijn samen een kop koffie te drinken. Maar een paar weken later was hij weg’, zegt Mark. ‘En toen kwam Pieter Elbers, die mij op een later tijdstip alsnog uitnodigde op het hoofdkantoor. Mijn boek over de KLM-huisjes was inmiddels een groot succes en ook verschenen in Amerika en Canada. Samen met mijn partner had ik al een tournee gemaakt langs zestien steden ter promotie en een eigen distributienetwerk opgezet. Per schip stuurden we pallets met boeken de oceaan over. Ik had dus wel iets te vertellen. Pieter vond dat fantastisch.’
Mark trekt een bedenkelijk gezicht: ‘Niet dat onze kennismaking direct fantastisch begon. Met zijn tweeën stonden we voor dat grote raam met het uitzicht op Schiphol. Ik vertelde dat ik thuis de Rembrandttoren ook kon zien en de vliegtuigen daarbij altijd een draai zag maken waarna ze vervolgens naar beneden doken op hun weg naar de Buitenvelderbaan van Schiphol. Ik voegde eraan toe de indruk te hebben dat de goedkopere maatschappijen die bocht afsneden. Dat noemde hij onzin, echt onzin. Oh, had ik maar mijn kop gehouden, dacht ik. Maar toen hij dat porseleinen boek cadeau kreeg, wed hij enthousiast. Dat enthousiasme nam alleen maar toe toen hij hoorde dat ik ook al een audiogids had gemaakt voor Nederlands, Engels en Chinees.’
Pieters enthousiasme was nog nauwelijks te stuiten toen hem verteld werd dat het boek op korte termijn in het Chinees zou verschijnen. ‘Vanaf dat moment is er een soort van samenwerking ontstaan. Hij vond dat ik een heel mooi product heb gemaakt, ondersteunend voor hun eigen World Business Class-product zonder dat het hen geld kost.’

Een heel persoonlijke manier
Met de presentatie van huisje 100 toen KLM honderd jaar bestond, werd Mark voor het eerst betrokken bij het event dat tien dagen achtereen op Schiphol-Oost plaatsvond. Bij de daaropvolgende verjaardagen van de blauwe luchtvaartmaatschappij was het aan hem de internationale pers en influencers rond te leiden door Amsterdam, dan weer te voet en dan weer in een rondvaartboot. De schrijver over de KLM-huisjes en het bedrijf dat ze laat produceren, weten elkaar dus eindelijk te vinden.
Dat is ook niet veranderd nadat Marjan Rintel het stokje overnam van Pieter. ‘Haar stijl is natuurlijk anders, maar ook zij probeert op een heel persoonlijke manier een relatie op te bouwen’, stelt Mark. ‘Weet je wat ik zo sympathiek vond? Een dag na de presentatie van huisje 105, het Huis aan de Drie Grachten aan de Oudezijds Voorburgwal 249, Amsterdam, kreeg ik een mail van haar waarin ze berichtte dat ze een boek had over dat huis, ooit gekregen van een van haar ooms: of ik dat wilde hebben.’
Mis poes!
Niet dat alles nu op rolletjes gaat. Mark: ‘Op een KLM-app is de hele collectie KLM-huisjes te vinden met bijbehorende informatie. Wil je weten waar je huisje 9 kunt vinden dan staat er dat het waarschijnlijk is dat deze miniatuur niet is gebaseerd op een bestaand huis maar op een bouwelementen van een grachtenhuis in Amsterdam. Nou, zoals al verteld staat het gewoon aan de Leidsegracht, ga maar eens kijken bij huisnummer 10. Hopelijk past KLM dat nog eens aan in de app. Idem dito huisje 6. Volgens de KLM-app is dit Het Houten Huys op Begijnhof 34 in Amsterdam. Mis poes! Van dit huis staat de gevel in Middelburg, op het Achter het Hofplein. Als je naar het echte huis in de Begijnhof gaat zie je ook de verschillen, het klopt gewoon niet. Dan denk ik: verander het in de app, dan geef je ook nog feitelijk goede informatie.’ Opmerkelijk genoeg geeft KLM die inmiddels wel op een op het internet te vinden lijst waarop alle KLM-huisjes staan vermeld.


Twee keer uitgegeven
‘Bij de eerst uitgebrachte KLM-huisjes, zeg maar de beginhuisjes, kan je je echt afvragen waarom ze voor die gevels hebben gekozen’, zegt Mark. ‘Als je naar een huis ernaast gaat kijken zie je een veel mooiere gevel. Maar niet KLM maakte in die tijd de keuze, maar de mensen van Plateelbakkerij Zuid-Holland (PZH) in Gouda, de eerste producent. Er werd gekeken in een boekje met Nederlandse gevels en aan de hand van wat er wel een mooie gevel werd gevonden werd er een huisje van gemaakt. Een deel van de collectie is ooit eerder uitgegeven in kartonnen vorm, toen ergens in de dertiger jaren supermarktklanten een soort bouwpakketje als geschenk meekregen.
En er was ook een plakplaatjesboek In Holland staat een Huis waarin sommige panden die later zijn uitgebracht als KLM-huisjes zijn te vinden. Huisje 24 waarvan het origineel in Alkmaar staat, Mient 31, is hiervan een voorbeeld. Idem huisje 11/23, Proeflokaal Wynand Fockink, de Gekroonde Wildeman, Pijlsteeg 31, Amsterdam. Dat huisje is twee keer uitgegeven met een kleine aanpassing: één keer in 1960, naar een ontwerp van PZH, en één keer in 1964 door Royal Goedewaagen, toen de eerste producent failliet was gegaan. Hetzelfde verhaal geldt voor de huisjes 17 en 25, het voormalige weeshuis in Gouda, Spieringstraat 1-3, waarin nu een hotel in is gevestigd’.
Een heel mooie aanleiding
Of al bekend is waar het origineel staat van het huisje dat KLM ter gelegenheid van haar 106de verjaardag uitbrengt? Mark lacht geheimzinnig. Hij weet het, maar gaat het uiteraard niet verklappen. Of het in Flevoland staat, de enige provincie waarin het vergeefs zoeken is naar een monument dat model voor een KLM-huisje heeft gestaan? ‘Ik word geregeld benaderd door provincies, gemeenten en particulieren vanuit de gedachte dat ik daarvoor een ingang heb bij KLM’, geeft hij een ontwijkend antwoord. ‘Ik moet ze doorverwijzen. Vorig jaar heb ik wel bij Marjan Rintel een klein pleidooi voor Flevoland gehouden. Ze zei: “Oh, dat neem ik in gedachten mee.” Stel je voor, er is toch een heel mooie aanleiding als Airport Lelystad geopend wordt voor de burgerluchtvaart!’


Altijd weer een verrassing
‘KLM maakt haar keus voor een huisje jaarlijks in februari, maart’, weet Mark. ‘Vervolgens wordt in overleg met Bols een proefmodel gemaakt in China. Dat komt naar Nederland toe en na goedkeuring gaat het in productie om medio september door Bols te worden afgevuld in Zoetermeer.’ Wat Mark vooral leuk vindt is ‘dat KLM steeds bewuster keuzes maakt aangaande het monument waarvan een huisje wordt gemaakt’ en ‘dat het verhaal gaandeweg steeds belangrijker is geworden.’ Hij noemt de totale collectie ‘heel kleurrijk met een accent duidelijk op de zeventiende en achttiende eeuw’.
Een van de KLM-huisjes, huisje 96 om precies te zijn betitelt hij als ‘een totaal bij elkaar gefantaseerd huis.’ Het betreft het Hendrik Hamelhuis, Kortendijk 67 in Gorinchem, genoemd naar een pionier die Korea op de internationale kaart heeft gezet. ‘Het gaat om een historiserende bouwstijl, gebouwd in 2009’, zegt Mark. ‘Het is dus eigenlijk een heel modern pand, maar dan in een oude uitvoering.’
Hij spreekt de hoop uit dat KLM nog wat meer impulsen geeft aan de verschillende architectuurstijlen die in Nederland zijn terug te vinden. ‘Ik zou het bijvoorbeeld heel leuk vinden als van het Rietveld Schröderhuis, dat beschouwd wordt als het architectonische meesterwerk van kunstbeweging De Stijl, nog eens een KLM-huisje wordt gemaakt.’ Hij mijmert verder, kan zich ook voorstellen dat er een huisje komt van het Nijntje museum in Utrecht omdat het in 2025 precies negentig jaar geleden is dat Dick Bruna voor het eerst schreef over het bekendste konijn ter wereld. ‘Maar ja, het is altijd weer een verrassing waar KLM voor kiest’, blijft hij de spanning erin houden.


Niet zo gek
‘KLM heeft ook een aantal jaren geen huisjes uitgebracht’, brengt Mark in herinnering. ‘Later, toen in 1994 de Royal Class werd afgeschaft en de World Business Class geïntroduceerd, is die achterstand ingehaald. In korte tijd zijn er toen vijftien KLM-huisjes bijgemaakt. Sindsdien correspondeert het aantal uitgebrachte huisjes met de leeftijd van KLM.’
Hij maakt een duik in de geschiedenis: ‘In 1952 ging KLM voor de uitgifte van de eerste huisjes die geproduceerd werden door N.V. Koninklijke Plateelbakkerij Zuid-Holland, beter bekend onder de naam Plazuid, een samenwerking aan met de firma Rynbende die ze vulde met likeur. In 1964, toen Plazuid failliet ging, nam Royal Goedewaagen de productie over. Met de introductie van de World Business Class waren er ineens veel meer huisjes nodig. Daarmee werd de productie in China een feit. Veel mensen vinden het gek dat een typisch Nederlands product in China wordt gemaakt. Maar die KLM-huisjes zijn Delftsblauw en Delftsblauw is oorspronkelijk geïnspireerd op Chinees porselein. Dus in zekere zin is het niet zo gek…’
De huisjes worden al lang niet meer gevuld door Rynbende. Mark: ‘In 1970 nam Henkes deze jeneverstokerij over en in 1986 deed Bols hetzelfde met Henkes. Dat is tevens het jaar waarin KLM voor het eerst met een zogenoemde special kwam en wel in de vorm van het Paleis op de Dam, speciaal voor mensen die een huwelijksreis maken en daarmee van start gaan in KLM’s World Business Class.’ Later zijn er nog meer varianten van deze special uitgebracht, onder andere toen Willem-Alexander in 2013 tot koning werd gekroond en ook eentje voor de winnaar van KLM Open, een jaarlijks golftoernooi dat deel uitmaakt van de Europese tour. Rynbende, inmiddels teruggekeerd als jeneverproducent, heeft nog wel geprobeerd KLM opnieuw als klant te winnen. Tevergeefs, de blauwe luchtvaartmaatschappij is nog altijd heel tevreden met Bols, inmiddels alweer bijna veertig jaar haar jeneverleverancier.

Mislukte special
Specials worden uitgegeven voor speciale momenten, bijvoorbeeld toen in 2016 de EU-top in Nederland plaatsvond en een aantal bijeenkomsten in het Scheepvaartmuseum werden gehouden. ‘Speciaal daarvoor had KLM vijfhonderd exemplaren laten maken’, vertelt Mark. ‘Omdat achter op een schrijffout bleek te staan, volgde het besluit die oplage niet uit te delen en een geheel nieuwe collectie te laten maken. Maar op de een of andere manier is de oplage met die schrijffout toch bij een handelaar terechtgekomen die tot verkoop overging. Verzamelaars maken zich er heel kwaad over maar ik beschouw deze mislukte special toch als een bijzonderheid binnen een collectie. Alleen is die minder waard dan een exemplaar met de goede schrijfwijze.’
Geen kat in de zak
Aan de specials hangen flinke prijskaartjes, variërend van honderden tot duizenden euro’s. Geïnteresseerden weten graag de waarde want ze willen natuurlijk geen kat in de zak kopen. Sinds 2015 doet Mark om de twee jaar onderzoek naar de marktwaarde ervan. ‘Uiteraard zit er ook een emotionele waarde aan’, zegt hij. ‘Maar er wordt dus ook druk in gehandeld en daarbij hebben professionele handelaars de behoefte de prijzen op te drijven terwijl de verzamelaars zo laag mogelijk bieden. Met een aantal daarvan heb ik vaste contacten kunnen opbouwen. In grote discretie bevraag ik hun hele collectie: wat hebben ze ervoor betaald of gekregen? Daarvan maak ik dan een gemiddelde.
Aan het meest recente onderzoek namen wereldwijd ruim 160 verzamelaars deel. Het is heel goed te zien wat door de jaren heen de prijsontwikkeling is. Ik zal zeker niet beweren dat de methode die ik hanteer wetenschappelijk verantwoord is, maar mijn onderzoek wordt wel serieus genomen, ook door verzekeringsmaatschappijen die het gebruiken om de waarde van die stukken te bepalen of er in elk geval een indicatie voor te krijgen.’ Afgelopen februari publiceerde Mark de nieuwste editie van de KLM House Index.



Het kleinste statussymbool van Nederland
Mark deelt de verzamelaars van KLM-huisjes in twee soorten in: ‘De ene soort bestaat uit mensen die de huisjes overal vandaan proberen te halen: ze ruilen, kopen van elkaar of bij professionele handelaars, lopen rommelmarkten af en speuren op Marktplaats. Hieronder bevinden zich doorgaans ook degenen die op specials jagen. Er zijn erbij die business class vliegen, maar een niet te onderschatten aantal vliegt economy class of heeft zelfs nog nooit gevlogen. De andere soort bestaat uit de frequent flyers. Voor hen zijn de KLM-huisjes een verbeelding van hun loopbaan. Het verzamelen van die huisjes is voor hen, daarmee zou je het best kunnen vergelijken, als een streep op het uniform van een piloot. Een soort bevestiging van wat je allemaal gedaan hebt in je leven, een soort symbool van dat je veel hebt moeten vliegen voor je werk. KLM-huisjes worden ook wel beschouwd als het kleinste statussymbool van Nederland.’
Mark maakt er geen geheim van dat Willem-Alexander ze eveneens spaart en daarbij deel uitmaakt van die tweede categorie. Zoals bekend is de koning geregeld te vinden op de bok van KLM’s Boeing 737’s. Alhoewel deze machines ook van een Business Class zijn voorzien, kan hij tijdens die vluchten zijn verzameling niet verder uitbreiden. KLM-huisjes worden uitsluitend uitgereikt bij intercontinentale vluchten en die worden nou eenmaal uitgevoerd met grotere machines. Maar de koning vindt het zelf ook een sport om ze als passagier bij elkaar te sparen.
KLM voelde daar niets voor
Dat van het één vaak het andere komt, merkte ook Mark. In 2013 werd hij benaderd door een drietal Delftse architecten met het verhaal dat zij zich nooit eerder hadden gerealiseerd dat al die KLM-huisjes gebaseerd zijn op bestaande huizen. Het idee was een woonwijk te bouwen van allemaal KLM-huisjes op ware grootte en die wijk KLM Village te noemen. ‘KLM voelde daar niets voor, want stel dat die huizen in verval zouden raken of er zou iets anders mee gebeuren, dan zou dat afstralen op hun naam’, vertelt Mark.
‘Uiteindelijk benaderden die architecten mij om als ambassadeur van het project een keus te maken uit de KLM-huisjes met een bijzondere architectonische achtergrond. Er werden er veertig genomineerd met de bedoeling dat je dan al wandelend een reis om de architectuurgeschiedenis zou kunnen maken. Maar toen Frits van Dongen, op dat moment rijksbouwmeester, de vraag kreeg het project te superviseren, zei hij: “Ik ga natuurlijk geen KLM-huisjes nabouwen, dat is mijn eer te na.”’ Uiteindelijk was die hele bouwkavel niet meer beschikbaar. Toch wilde de gemeente Delft iets doen. En Chris Oomen, de rijkste man van Delft, wilde graag een cadeau nalaten aan de stad. Het resulteerde in de bouw van Het Huis van Delft.
Mark bleef daarbij in beeld. Het idee van een KLM-huisjeswijk liet hij plaatsmaken voor de terugkeer van contouren van de gevels van huizen waarin ooit Delftse pioniers woonden: onder anderen Willem van Oranje, Antoni van Leeuwenhoek, Piet Hein, Hugo de Groot en Johannes Vermeer. Het pand is helemaal bekleed met semi-handgemaakte keramische tegels in negen verschillende kleurnuances blauw. Ook het kunstwerk van Job Smeets, dat zich achter de glazen gevels bevindt, is vervaardigd van handgeschilderde Delfts blauwe tegels. Alle tegels zijn ontwikkeld en geproduceerd door de fabriek van Koninklijke Tichelaar. Maar wat als je toch een hele hoop gevels van KLM-huisjes bij elkaar wilt zien? ‘Dan moet je bij KLM een ticket boeken voor een vlucht in een van hun Boeings 787’s en naar een van de toiletten gaan, dan zie je er een hele trits’, aldus het advies van Mark.