Een Boeing 737 MAX die naar alle waarschijnlijkheid aan een Chinese luchtvaartmaatschappij geleverd zou worden, keerde deze week terug naar de Verenigde Staten.
Het ging om het toestel met registratie N230BE. Halverwege maart vloog het vanuit de Boeing-fabriek in Seattle (Verenigde Staten) via Kailua-Kona (Hawaï) en Guam (Oceanisch eiland van de VS) naar Zhoushan, een stad ten zuidoosten van Shanghai waar Boeing het interieur monteert en de laatste bestickeringen aanbrengt alvorens vliegtuigen aan haar klanten geleverd worden. In 2018 werd de faciliteit geopend naar aanleiding van eerdere handelsspanningen tussen China en de VS.
Amid Tariff Tensions, Boeing Jet Returns to U.S. Instead of Delivery to China 📰Via @Reuters (@LisaBarrington)
— AirNav Radar (@AirNavRadar) April 18, 2025
A Boeing 737 jet, originally bound for a Chinese carrier, departed Boeing's Zhoushan completion center. However, instead of being delivered, it turned back, flying… pic.twitter.com/MvmQtHaJDC
Terugkeer naar VS
Echter, de 737 MAX werd uiteindelijk niet geleverd aan een Chinese airline, maar vloog afgelopen vrijdag vroeg in de ochtend vanuit Zhoushan via Guam naar Honolulu. De verwachting is dat de machine terugkeert naar de Boeing-fabriek in Seattle. Behalve de N230BE vlogen volgens Reuters nog drie 737 MAX-vliegtuigen naar China om geleverd te worden aan een Chinese maatschappij. Het is onduidelijk wat daarmee gaat gebeuren, al wordt gespeculeerd dat die de N230BE zullen gaan volgen. Op de sociale media gingen afbeeldingen rond van een 737 MAX die voorzien zou zijn van de livery van Xiamen Airlines.
Handelsoorlog VS en China
De terugkeer van de 737 MAX volgt nadat China eerder deze week bekendmaakte dat Boeing niet langer vliegtuigen mag leveren aan airlines uit dat land. Bovendien is maatschappijen gevraagd te stoppen met het aankopen van luchtvaart gerelateerde apparatuur en onderdelen van Amerikaanse bedrijven. Het is een reactie op de handelsoorlog tussen China en de VS. Dat tweede land liet onlangs weten de tarieven op Chinese goederen met maar liefst 145 procent te verhogen.