President Trump wacht niet langer op Boeing en wil snel een nieuwe Air Force One. Om dat te bereiken laat hij oude toestellen uit Qatar ombouwen.
Het geduld van president Trump met Boeing inzake de nieuwe Air Force One raakt op. De Amerikaanse overheid heeft daarom defensieaannemer L3Harris Technologies ingeschakeld om een voormalige Boeing 747 van de Qatarese regering om te bouwen tot een tijdelijke Air Force One, meldde een bron aan persbureau Reuters. Volgens de Wall Street Journal wil president Trump het toestel nog dit najaar kunnen inzetten. L3Harris werkt al als onderaannemer van Boeing aan communicatiesystemen voor de twee geplande vervangende machines. Het tijdelijke toestel zou naast de huidige verouderde Boeings moeten gaan dienstdoen. Boeing wilde geen commentaar geven aan Reuters. Ook L3Harris weigerde te reageren.
Ontevreden
Trump uitte medio februari al zijn ongenoegen over Boeing, maar sloot het Europese Airbus als alternatief uit. Rond die tijd bekeek hij ook persoonlijk een twaalf jaar oude 747-8 in de buurt van zijn vakantieverblijf in Florida om zich een beter beeld te vormen van het mogelijke toestel. Volgens de Wall Street Journal hebben Witte Huis-functionarissen en militaire leiders zelfs overwogen om Boeing aan te klagen of het contract voor de nieuwe Air Force One-toestellen te annuleren, nog vóór de inauguratie in januari.
Ook zou Trump de vertraging hebben aangekaart tijdens zijn eerste telefoongesprek met Boeing-topman Kelly Ortberg afgelopen herfst. Ortberg verklaarde in februari dat Elon Musk, CEO van SpaceX en adviseur van Trump, hen actief bijstaat bij het oplossen van de problemen rond de Air Force One-levering. ‘Elon Musk helpt ons daadwerkelijk veel met het scherp krijgen van de eisen… zodat we sneller kunnen werken en het vliegtuig aan de president kunnen overhandigen’, aldus Ortberg.
In februari meldde een hoge regeringsfunctionaris aan Reuters dat het project mogelijk verder vertraagd wordt tot 2029 of later, mede als gevolg van problemen in de toeleveringsketen. Boeing zou inmiddels meer dan 2 miljard dollar (ongeveer 1,87 miljard euro) verlies hebben geleden op het 3,9 miljard dollar (circa 3,65 miljard euro) kostende programma.



Verschillend
VWO