In Bulgarije zorgt een defect aan een kersvers afgeleverd F-16-gevechtsvliegtuig voor politieke spanningen en speculaties over sabotage. Verschillende Bulgaarse parlementsleden eisen een officieel onderzoek naar mogelijke buitenlandse inmenging.
Op 31 maart werd met veel ceremonie het eerste F-16 Block 70-toestel overgevlogen naar Bulgarije. De overstap naar de F-16 is onderdeel van een langverwachte modernisering van de Bulgaarse luchtmacht. De F-16’s moeten de verouderde MiG-29’s uit de Sovjettijd vervangen en het land dichter bij NAVO-standaarden brengen. Amper een maand na aankomst blijkt het toestel echter met een hardwareprobleem aan de grond te staan.
Volgens Bulgaarse bronnen zou een cruciaal reserveonderdeel niet zijn meegeleverd om de kosten van het aankoopcontract te drukken. De situatie kreeg een politieke lading nadat uitspraken van president Rumen Radev in de media en het parlement opdoken, waarin hij zich kritisch uitliet over de gang van zaken.
Extra olie op het vuur kwam toen bleek dat het toestel vandaag, op de Dag van de Strijdkrachten, niet zou deelnemen aan de militaire show. Er ontstond speculatie over sabotage of zelfs spionage. Boyko Borissov, voormalig premier en leider van regeringspartij GERB, beschuldigde ‘vijandige machten’ van het verkrijgen van gevoelige overheidsinformatie en eist een parlementair onderzoek én het ontslag van luchtmachtchef Nikolay Rusev.
Politieke rel
Minister van Defensie Atanas Zapryanov bestempelde de verdachtmakingen rond de F-16 als ongefundeerde politieke aanvallen. ‘Dit is geen sabotage. Het probleem werd nog door een Amerikaanse piloot vastgesteld bij de levering en zal verholpen worden door Lockheed Martin en Amerikaanse technici’, verklaarde hij, geflankeerd door generaal Rusev en admiraal Elim Eftimov. Volgens de minister is het een routineprobleem dat nu uitvergroot wordt tot een nationaal en internationaal drama.
Critici vragen zich echter af hoe de F-16 probleemloos 9.000 kilometer kon vliegen vanuit de VS, maar direct na aankomst niet luchtwaardig bleek. Zapryanov noemt die kritiek ongegrond: ‘Dit schaadt het vertrouwen van de Bulgaarse bevolking in onze NAVO-samenwerking.’ Opvallend genoeg schoof de minister ook een deel van de verantwoordelijkheid naar oud-premier Borissov, die volgens hem destijds de deal sloot zonder voldoende oog voor reserveonderdelen.
Hoewel er tot nu toe geen bewijs is van sabotage of buitenlandse inmenging, legt dit incident bloot hoe gevoelig defensieaankopen liggen binnen de NAVO, zeker in het licht van de gespannen trans-Atlantische verhoudingen en groeiende zorgen over cybersecurity. Voorlopig lijkt het er in ieder geval op dat een technisch mankement een politieke rel heeft ontketend. Tot ongenoegen van minister Zapryanov: ‘Van een mug is een olifant gemaakt.’