Israël heeft gisteren de luchthaven van de Jemenitische hoofdstad Sana’a gebombardeerd. Bij de aanval werd bijna de helft van de vloot van de nationale luchtvaartmaatschappij Yemenia vernietigd.
De Israëlische luchtmacht voerde dinsdag wederom een aanval uit op de luchthaven van Sana’a, als vergelding voor een aanval van de Houthi-rebellen op de luchthaven van Tel Aviv. Volgens de Israëlische regering zijn bij het bombardement de verkeerstoren, brandstofdepots, de landingsbaan en het terminalgebouw zwaar beschadigd of vernietigd. Bij de aanval werd ook een Ilyushin Il-76 van het Jemenitische leger vernietigd. De luchthaven zou nu volledig onbruikbaar zijn.
Ook Yemenia, de nationale luchtvaartmaatschappij van Jemen, is zwaar getroffen. Drie van haar zeven toestellen zijn vernietigd, zoals te zien is op beelden die door de Houthi’s zijn verspreid. Daarop zijn rookpluimen boven brandende vliegtuigen te zien. Het gaat om een Airbus A330-200 met registratie 7O-AFE, die nog in oktober een onderhoudsbeurt kreeg, en twee Airbus A320’s met registraties 7O-AFA en 7O-AFC.
Toekomst Yemenia
De drie vliegtuigen waren al langere tijd uit de roulatie. Enkele maanden geleden namen de Houthi’s vier toestellen in beslag, waaronder deze drie. De internationaal erkende regering van Jemen, die alleen nog het zuiden van het land controleert, beschuldigt de Houthi’s ervan Yemenia te willen opdelen. Bankrekeningen van de luchtvaartmaatschappij zijn bevroren en het personeel is verdeeld in een noordelijke en een zuidelijke fractie. Ook verhinderen de rebellen dat piloten tussen de twee belangrijkste hubs –Sana’a in het noorden en Aden in het zuiden– kunnen vliegen.
Met het verlies van bijna de helft van haar vloot wordt het steeds moeilijker voor de maatschappij. Yemenia werd in 1961 opgericht en is gevestigd in Sana’a. De Houthi-rebellen veroverden de hoofdstad in 2015 en verdreven de regering. Sindsdien controleren zij het noordwesten van het land, inclusief de hoofdstad en de Rode Zee-kust, waar het merendeel van de bevolking woont.