Een Boeing 777-300ER van Air New Zealand vloog afgelopen weekend op opvallende wijze terug naar Auckland, de thuisbasis van de luchtvaartmaatschappij.
Het toestel, registratie ZK-OKN, raakte donderdag beschadigd toen de neus van het vliegtuig tijdens het pushbackproces op Brisbane Airport tegen een aviobrug botste. Daarbij ontstond een gat van ongeveer zeven centimeter onder het cockpitraam. De 777 kon geen commerciële vlucht meer uitvoeren. De geplande vlucht van Brisbane naar Auckland werd geannuleerd en passagiers werden omgeboekt.
In overleg met Boeing besloten technici van Air New Zealand het toestel terug te vliegen zonder de cabine op druk te brengen. De 777 vloog daarom op een hoogte van maximaal 9 duizend voet (ongeveer drie kilometer) naar huis. Er waren geen passagiers of vracht aan boord. De unieke vlucht duurde drie uur en 29 minuten, ongeveer een uur langer dan normaal. Volgens de maatschappij was de impact op de dienstregeling beperkt. ‘Het toestel stond toch al gepland voor groot onderhoud in Singapore,’ aldus Nathan McGraw, Chief Safety and Risk Officer van de airline.
DHL
Het is niet de eerste keer dat een beschadigd toestel een zogenoemde ferryvlucht op lage hoogte maakt. In 2021 vloog een Boeing 757 van DHL van Leipzig naar Boedapest. Tijdens die vlucht kwam het toestel niet boven de 10 duizend voet uit. Het was de eerste vlucht in twee maanden tijd. De machine was eerder beschadigd geraakt toen de vrachtdeur kort na vertrek van het Duitse vliegveld volledig opende. Brokstukken vielen daarbij in de omgeving van de luchthaven op de grond.