Na jarenlang erover te hebben onderhandeld, kwamen EU-lidstaten vorige week tot een overeenkomst rondom passagiersrechten. Airlines in Europa zijn allesbehalve blij.
Het stond al sinds 2013 op de agenda, maar het lukte EU-lidstaten pas vorige week een akkoord te bereiken. Voortaan hebben passagiers onder andere pas recht op vergoeding vanaf vier uur vertraging bij vluchten onder de 3500 kilometer, en zes uur bij langere vluchten. Bovendien moeten airlines veel proactiever optreden in het geval van vertraging, bijvoorbeeld het actiever aanbieden van snacks.
Om de vergoeding is veel te doen geweest. Verschillende EU-lidstaten, waaronder Duitsland en België, gaven duidelijk te kennen de minimale compensatiegrens van drie uur niet te willen ophogen. Aan de andere kant waren er meerdere landen die, met steun van de luchtvaartsector, pleitten voor het ophogen van de compensatiegrens naar vijf uur. Het uiteindelijke resultaat bleek een compromis.
Ontevreden
Volgens de sector moeten luchtvaartmaatschappijen op dit moment veel vluchten annuleren vanwege de compensatiegrens van drie uur. Het is voor airlines goedkoper de vlucht te annuleren en alle passagiers te compenseren dan een vervangend toestel te regelen. Het gevolg voor reizigers is dat ze erg veel vertraging oplopen van soms wel meer dan een dag.
De airlines wilden daarom een compensatiegrens van vijf uur, opdat ze beter in staat zijn een vervangend vliegtuig te regelen. ‘Als dingen verkeerd gaan, kost het tijd een vervangend toestel en een nieuwe bemanning te vinden. Met het verlengen van de compensatiegrens, hebben luchtvaartmaatschappijen een grotere kans een oplossing te vinden waarmee het vluchtschema kan worden hersteld en passagiers op tijd naar hun bestemming kunnen worden gebracht,’ aldus Airlines For Europe (A4E).
No-show
De compensatiegrens is niet het enige wat de airlines stoort in de nieuwe regeling. De EU besloot dat maatschappijen passagiers al moeten compenseren als de vlucht binnen veertien dagen voor vertrek wordt geannuleerd. Bovendien moeten maatschappijen hun klanten van reeds ingevulde formuliertjes voorzien opdat reizigers makkelijk compensatie kunnen aanvragen.
Ook het ferme ‘no-show-beleid’ valt hieronder. Als passagiers hun heenvlucht missen, wordt hun terugvlucht vaak automatisch geannuleerd. Voortaan moeten airlines dus compensatie aanbieden als dat veertien dagen van tevoren gebeurt. Dit schopt maatschappijen tegen het zere been omdat passagiers nog altijd misbruik maken van de economische voordelen die het niet nemen van bepaalde vluchten met zich meebrengt; het zogenaamde “skiplagging”.