Hoewel de orderboeken voor de -900 en -1000-varianten van de Airbus A350 nog altijd vollopen, denkt de Europese vliegtuigfabrikant al na over een grotere machine. Desondanks liggen de prioriteiten bij een ander project.
Airbus kijkt naar een toestel dat direct de concurrentie aan moet kunnen gaan met de 777X van Boeing. Dat toestel biedt plaats aan maximaal 426 passagiers, terwijl Airbus’ meest geduchte rivaal, de Airbus A350-1000, ruimte heeft voor “slechts” 369 gasten. Daarom overweegt Airbus de ontwikkeling van de A350-familie voort te zetten, aldus topman Guillaume Faury tegenover Aviation Week.
Het project, dat onofficieel de “Airbus A350-2000” wordt genoemd, zou een grotere variant van de A350 betekenen. Daarmee kan de Europese vliegtuigfabrikant direct de concurrentie aangaan met Boeing’s moderne prestigeproject. ‘Het zal waarschijnlijk een natuurlijke evolutie blijken van de productlijn: van de A350-900 naar de -1000 en dan naar iets dat iets langer, groter en krachtiger is’, aldus Faury.
Desondanks blijft Faury gematigd in zijn enthousiasme over de “-2000”. Op dit moment ligt er volgens de Airbus-topman geen prioriteit bij het ontwikkelen van een grotere variant van het vliegtuig. ‘We voelen echter niet de behoefte om iets te doen dat meer diversiteit van producten zou creëren, zeker wanneer onze productiecapaciteit beperkt is. Dat werkt contraproductief.’’
Andere prioriteiten
Faury geeft tevens een andere reden waarom Airbus de kat uit de boom kijkt met betrekking tot de “-2000”. De fabrikant heeft haar zinnen gezet op de opvolger van de Airbus A320neo-familie. Rond 2030 wil Airbus een verbeterde variant van het toestel voor korte en middellange afstanden lanceren, opdat de fabrikant de eerste vluchten in 2037 of 2038 kan uitvoeren.
Het project getuigt van een duidelijke langetermijnvisie, maar Faury geeft ook aan dat er nog verschillende stappen moeten worden gezet. Zo is het nog onduidelijk welke fabrikant aan de slag gaat met de motor en zelfs het type motor is nog niet zeker. Airbus zegt nog te twijfelen tussen een transmissiefan of een open rotorconcept.
‘De markt van vandaag vraagt nu niet om een nieuw vliegtuig dat vandaag ingezet kan worden. Maar als we kijken naar de tweede helft van het volgende decennium, over 12 tot 13 jaar, zal de markt er niet alleen klaar voor zijn, maar er ook naar vragen. De markt zal dan op zoek zijn naar betere brandstof- en kostenefficiëntie. Dit zou ongeveer twintig jaar na de ingebruikname [van de A320neo, red.] zijn, dus op het juiste moment’, aldus de Airbus-topman.