Wat hebben vliegtuigbouwer Fokker, een 28-jarige muzikant en Amsterdam-Noord met elkaar te maken?
Nauwelijks tien minuten fietsen bij mijn woonhuis vandaan werden er ooit vliegtuigen gebouwd. Produceerde Fokker tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn één-, twee- en driedekkers nog in Duitsland, na de overgave van Duitsland vestigde het bedrijf zich in de hallen van de Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam (ELTA) die hier van 1 augustus tot 14 september 1919 had plaatsgevonden. Deze aan de Papaverweg 31-33 gelegen hallen bevonden zich nabij het marinevliegkamp Schellingwoude, waar Fokker zijn watervliegtuigen zou gaan testen. Nu zit de Gemeente Amsterdam-Noord er met een kantoor.
Protest
In de Tweede Wereldoorlog werd Fokker ingeschakeld in de Duitse oorlogsindustrie. Dit gebeurde eveneens met diverse andere zich in Amsterdam-Noord bevindende bedrijven, waaronder Kromhout en de scheepswerven van NDSM en ADM. In het geval van Fokker assembleerden zo’n tweeduizend arbeiders Bücker-Bü 181-lesvliegtuigen. Daarnaast zetten zij onderdelen in elkaar voor Junkers Ju 52/3m-transportvliegtuigen. Op 25 februari 1941 maakten de werknemers van bovengenoemde bedrijven deel uit van de eersten die gevolg gaven aan de stakingsoproep: ‘Protesteert tegen de afschuwelijke Jodenvervolgingen!’ Al eerder hadden stakingen plaatsgevonden als protest tegen Duitse pogingen om een deel van hen in Hamburg aan het werk te zetten. Toen haalde de bezetter bakzeil. In 1943 was het personeel van Fokker allang blij dat het niet in Duitsland te werk was gesteld.

Dringende waarschuwing
Radio Oranje zond op 23 juni 1943 een ‘dringende waarschuwing van het geallieerde opperbevel’ uit voor aanstaande bombardementen in Nederland die onder meer gericht zouden zijn op de vliegtuigfabriek van Fokker. Dat kwam ook de Duitsers ter ore. Met de bedoeling de geallieerde vliegers op een dwaalspoor te brengen, camoufleerden zij de fabriekshallen door er nephuizen en namaakboompjes tussen en bovenop te plaatsen. Hierdoor waren de hallen moeilijk te onderscheiden van de omliggende woonwijken. Cor en Chris Ridder maakten er foto’s van, maar het is onbekend of die zijn gezien door de vliegers die enkele weken later op weg gingen voor de eerste operatie boven Noordwest-Europa.
Het zwaarste
Op 17 juli 1943 kwamen 41 B-17 Flying Fortress-toestellen van de Amerikaanse Bomb Group 385 en Bomb Goup 388 in actie. Boven IJmuiden werd wel duidelijk dat de weersomstandigheden ongunstig waren. De formatie kreeg daarom opdracht de aanval af te breken. Er ontstond echter verwarring onder de – nog onervaren – bemanning. Twintig bommenwerpers keerden terug, de rest vloog door richting de fabriekshallen van Fokker in Amsterdam-Noord. De Amerikanen, die gewend waren vanaf zeven kilometer hoogte te bombarderen omdat er dan minder last werd ondervonden van het Duitse afweergeschut, gooiden onder slechte weersomstandigheden meer dan 150 brisantbommen af met de bedoeling Fokker plat te krijgen. Maar Fokker werd daarbij in het geheel niet geraakt. Wel de Van der Pek- en Vogelbuurt. Huizen, winkels, een politiebureau, een synagoge en drie kerken werden verwoest. Behalve de vele gewonden vielen er 189 dodelijke slachtoffers. Het betreft het zwaarste bombardement dat Amsterdam in de Tweede Wereldoorlog te verduren kreeg. Anne Frank schreef erover in haar dagboek: ‘Zondag is Amsterdam‑Noord heel zwaar gebombardeerd. De verwoesting moet ontzettend zijn, hele straten liggen in puin. Je hoort van kinderen die verloren in de smeulende ruïnes naar hun dode ouders zoeken. Rillingen krijg ik als ik nog aan het doffe, dreunende gerommel in de verte denk.’

© Lieneke Koornstra

Wat als…
Omdat het om een geallieerde aanval ging, is deze gebeurtenis altijd een gevoelig onderwerp geweest, waarover vooral veel is gezwegen. Dit grote zwijgen intrigeerde muzikant en theatermaker Marnix Vinkenborg. Zijn opa, Johannes Vinkenborg, die in de Jasmijnstraat op nummer 17 woonde, overleefde het grote bombardement maar net. Hij vertelt het verhaal over zijn opa tijdens een eerbetoon aan de slachtoffers van het rampzalige bombardement op Amsterdam Noord. Samen met regisseur Céline Hoex, enkele professionals, amateurs en een vijftigtal buurtbewoners zette hij de muzikale theaterparade Het Vergeten Troostlied op touw in de zwaar getroffen Van der Pekstraat. Hij begeleidt zichzelf met gitaarspel terwijl hij verhaalt over zijn opa die als dertienjarig jongetje op die bewuste 17de juli naar de bakker zou gaan. Zijn moeder, die vliegtuigen hoorde, vertrouwde het niet en hield hem tegen. Kort daarop vielen de bommen. De bakkerij werd weggevaagd. ‘Wat als…’, beseft Marnix, die inmiddels zelf in deze buurt woont. ‘Dan had ik hier niet gestaan.’
© Lieneke Koornstra
Luchtalarm
Hij geeft het woord aan een hoogbejaarde vrouw die zich onder het gezelschap bevindt. Het is Annie de Groot, die toentertijd in de Oleanderstraat op nummer 16 woonde. Zij was alleen thuis, haar vader en haar broer waren op hun werk, haar moeder stond in de rij bij het postkantoor in de Van der Pekstraat. Toen het luchtalarm ging rende haar moeder zo snel mogelijk naar huis. Annie herinnert zich dat het heel donker werd en dat ze de gordijnen van de huizen tegenover zich zag wapperen. Zowel op het postkantoor als ook aan het eind van de Oleanderstraat was een bom gevallen. De twee kinderen die daar alleen thuis waren, overleefden dit niet. Het beeld van de huilende moeder staat bij Annie op het netvlies gebrand.
Deelgenoot
Niet alleen de verhalen van Marnix en Annie komen tijdens de voorstelling tot leven. Ook die van enkele buurtbewoners waarvan de wortels heel ergens anders liggen, maken hun publiek deelgenoot van hun verhaal. De Oeigoerse Augul Assan, die op aanraden van haar vader in 2006 naar Nederland vluchtte omdat zij in een heropvoedingskamp terecht dreigde te komen waar martelingen plaatsvinden, doet dit met zang. De Oekraïense Anastassia Myktytyuk toont haar verhaal aan de hand van een expositie in het voormalige postkantoor in de Van der Pekstraat. En terwijl de Turkse Hakan Buyukadali, een politiek vluchteling, zijn verhaal doet wordt hij toegezongen door de Iraanse Ebrahim Afrasiabimassal, die evenals Hakan in de gevangenis heeft gezeten waar hij gemarteld werd. Speciaal voor deze gelegenheid vormen zij tevens samen met bestaande koren uit Amsterdam Noord en een aantal buurtbewoners een gelegenheidskoor ten behoeve van Het Vergeten Troostlied.


© Lieneke Koornstra
Sámen
Met de muzikale theaterparade beoogt Marnix niet alleen het zwijgen te doorbreken over traumatische gebeurtenissen. ‘Alles is tegenwoordig zo gepolariseerd. Met ons project willen we juist laten zien hoe je sámen, onder alle omstandigheden, sterk kunt staan én vooruit kunt kijken. Wie je ook bent of waar je vandaan komt. In Noord hoort iedereen erbij’, maakte hij eerder kenbaar bij De Telegraaf. Dat sámen staan, komt ook duidelijk naar voren in de songtekst Zoals Spreeuwen: ‘Als het donker wordt van binnen / kunnen we dan niet als spreeuwen / bij elkaar in zwermen zwieren / zo doen spreeuwen dat al eeuwen (…) Kijk en zie de grond / denk aan iedereen / die hier voor je stond / Denk aan wie ze waren (…) Denk aan hoe we samen / samen zijn verbonden’. Meermaals klinkt de Troost Mantra: ‘Laat me je dragen / Laat me je steunen / Laat me je zingen / Kom op me leunen.’ Sanne Schuhmacher schreef de teksten, Lucas Wiegerink componeerde de muziek.
Voor de tweede keer
Terug naar 1943. Op 25 juli ging het opnieuw richting Amsterdam-Noord met een tiental bommenwerpers, dit keer van het type North American B-25 Mitchell. De aanval was nu succesvol: de Britse geallieerden legden de fabriekshallen van Fokker grotendeels in de as. Er belandden echter ook 71 bommen bij de Kamperfoelieweg. Veel woonhuizen en een kerk werden nu beschadigd. Opnieuw vielen er doden, dit keer vier. Toen algauw uit luchtfoto’s bleek dat de productie bij Fokker niet helemaal was uitgeschakeld, viel het besluit nogmaals toe te slaan. Nu waren het twaalf lichte bommenwerpers van de RAF met Franse bemanningen waarmee het op 28 juli richting Amsterdam-Noord ging. 48 bommen werden afgeworpen, maar geen enkele raakte de overblijfselen van de Fokker-fabriek. Voor de tweede keer werd de Van der Pekbuurt met 24 inslagen zwaar getroffen met 17 doden en 22 zwaargewonden. Om de productie te kunnen voortzetten ging de Duitse bezetter ertoe over een aantal afdelingen van de fabriek aan de Papaverweg te verspreiden in Amsterdam en (verre) omgeving.
Piloot, Bommen, Bam en Fokker
Amsterdam is zeker niet de enige stad die door vergisbombardementen is getroffen. Andere voorbeelden zijn Nijmegen, Arnhem, Den Haag, Haarlem en Rotterdam. Tegenwoordig wordt ook wel gesproken over Friendly Fire in plaats van over vergisbombardementen, die al met al tussen de 8.000 en 10.000 slachtoffers maakten. Ter herinnering aan de drie bombardementen in Amsterdam-Noord zijn in de Van der Pek- en de Vogelbuurt twaalf door Hester Oerlemans ontworpen gietijzeren putdeksels neergelegd. Ze dragen namen als Piloot, Bommen, Bam en Fokker. In de randen van de putdeksels staan de namen van de slachtoffers.

© Lieneke Koornstra

© Lieneke Koornstra

© Lieneke Koornstra
Fokker-monument
Bijna de helft van de slachtoffers kreeg een laatste rustplaats op wat toen nog heette Noorderbegraafplaats aan het Noord-Hollands Kanaal, en sinds 2012 bekend is als De Nieuwe Noorder. Na de ruiming van de 93 graven besloot het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord een monument op te richten ter herinnering aan zowel de slachtoffers als deze historische gebeurtenis. Dit Fokker-monument is onthuld op 17 juli 2003 en vervolgens geadopteerd door Kindercampus Mokum en ABBS Elzenhagen. In samenwerking met het Historisch Centrum Amsterdam-Noord organiseren de beide scholen om het jaar een herdenkingsmoment als onderdeel van het programma WOII in Amsterdam-Noord.
Sporen
In en rond de Van der Pekstraat zijn de sporen van de bombardementen nog altijd zichtbaar. Bij het herstel van beschadigde bakstenen huizen zijn oorspronkelijke details niet meer teruggebracht, waaronder de smalle gele baksteenlinten. Een aantal huizen was dermate beschadigd dat zij niet hersteld werden, maar vervangen door andere woningen. Dat is duidelijk te zien in de Geraniumstraat en de Ranonkelkade.
© Lieneke Koornstra
Nog twee keer
De muzikale theaterparade Vergeten Troostlied vindt nog twee keer plaats: vandaag, 21 juni om 19:30 uur en morgen, 22 juni om 14:00 uur. Belangstellenden kunnen voor meer info terecht op de website van Nest Noord.