De Amerikaanse prijsvechter Southwest Airlines overweegt in het voorjaar van 2026 te starten met een lijndienst tussen Baltimore/Washington en Reykjavik. Als het plan doorgaat, zou dit de eerste trans-Atlantische route worden voor de luchtvaartmaatschappij, die tot nu toe vooral binnenlandse vluchten binnen de Verenigde Staten uitvoert.
De geplande uitbreiding komt voort uit een recente aanvraag van Southwest onder het zogeheten Open Skies-verdrag. Deze internationale overeenkomst biedt luchtvaartmaatschappijen uit deelnemende landen ruime toegang tot elkaars markten. Hoewel Southwest in de aanvraag geen specifieke bestemmingen noemt, wijzen interne bronnen en Amerikaanse media Reykjavik aan als meest waarschijnlijke startpunt in Europa.
De keuze voor de IJslandse hoofdstad hangt samen met een interline-overeenkomst die Southwest eerder dit jaar sloot met Icelandair. Dankzij die samenwerking kunnen Southwest-passagiers makkelijk overstappen op een van de 35 Europese bestemmingen van Icelandair. Zo krijgt Southwest toegang tot de Europese markt zonder daar zelf direct op te vliegen.
Toch is volledige afhankelijkheid van codesharing uitgesloten. Op basis van afspraken met de pilotenvakbond moet Southwest trans-Atlantische vluchten uitvoeren met eigen toestellen. Dat vormt een uitdaging: de maatschappij vliegt uitsluitend met Boeing 737’s en de 737 MAX 8. Deze toestellen hebben een beperkte actieradius. Een vlucht naar Reykjavik zou het uiterste vergen van de huidige technische mogelijkheden.
De route naar IJsland zou dan ook vooral symbolische waarde hebben. Southwest heeft nauwelijks ervaring met langeafstandsvluchten en beschikt niet over een infrastructuur op Europese luchthavens. Daarbij sluit een overstap via Reykjavik niet goed aan op de voorkeuren van de gemiddelde Southwest-passagier, meestal Amerikaanse gezinnen of zakelijke reizigers die kiezen voor eenvoud, lage tarieven en directe routes.
Voor de Europese luchtvaartmarkt zal deze stap op korte termijn weinig veranderen. De kans dat Southwest serieuze concurrentie gaat vormen voor gevestigde maatschappijen als Air France-KLM, Lufthansa of IAG is vooralsnog klein.