Airbus ontwikkelde de A318 als strategisch antwoord op de vraag naar kleinere vliegtuigen binnen de succesvolle A320-familie. Dit kleinste familielid, met plaats voor 107 passagiers, ontstond eind jaren negentig om luchtvaartmaatschappijen maximale flexibiliteit te bieden binnen één vliegtuigtype. De belangrijkste drijfveer was het behoud van commonality – dezelfde cockpit, systemen en training – waardoor luchtvaartmaatschappijen voordelig konden vliegen op routes met minder passagiers, zonder een ander type vliegtuig te hoeven kopen. Toch bleek de ‘Baby Bus’ geen groot commercieel succes.
De ontwikkeling van de Airbus A318: een strategische keuze
De A318 verscheen als kleinste lid van de A320-familie in een periode waarin de luchtvaartmarkt sterk veranderde. Eind jaren negentig zagen luchtvaartmaatschappijen de noodzaak om flexibeler te opereren op routes met wisselende passagiersaantallen. Airbus positioneerde de A318 bewust binnen het bestaande portfolio om een compleet aanbod te creëren van 107 tot 240 stoelen.
De ontwikkeling van dit vliegtuig was geen geïsoleerde beslissing, maar onderdeel van een bredere familiestrategie. Airbus wilde hiermee een antwoord bieden op de groeiende vraag naar kleinere toestellen die toch de operationele voordelen van grotere vliegtuigen behielden. Deze aanpak verschilde fundamenteel van het ontwikkelen van een volledig nieuw regionaal vliegtuig.
De timing was cruciaal: concurrenten zoals Boeing worstelden met hun kleinere modellen, terwijl regionale jetfabrikanten opkwamen. Airbus zag een kans om met bewezen technologie een niche te vullen die anders door gespecialiseerde fabrikanten zou worden ingenomen.
Wat was de marktbehoefte voor de Airbus A318?
De markt vroeg specifiek om vliegtuigen in de 100-110 stoelencategorie voor verschillende operationele scenario’s. Luchtvaartmaatschappijen hadden behoefte aan toestellen voor dunne routes, frequente vluchten tussen kleinere steden, en als aanvulling tijdens daluren op populaire bestemmingen.
De concurrentie kwam vooral van de Boeing 737-600 en opkomende regionale jets zoals de Embraer E-Jets. Deze vliegtuigen bedienden dezelfde markt, maar misten de synergievoordelen binnen een grotere vliegtuigfamilie. Airlines die al A320’s vlogen, zochten naar mogelijkheden om hun vloot uit te breiden zonder extra training- en onderhoudskosten.
Belangrijke marktsegmenten waren:
- Premium carriers op business routes tussen secundaire steden
- Flag carriers voor dunne internationale routes
- Charter maatschappijen voor seizoensgebonden bestemmingen
- Start-up airlines die wilden groeien binnen één vliegtuigfamilie

Hoe paste de A318 in de A320-familiestrategie?
Het concept van commonality vormde de kern van de A318-integratie in de A320-familie. Piloten met een A320-typebevoegdheid konden zonder extra training op de A318 vliegen, wat enorme flexibiliteit bood in crew planning. Dit verschil met concurrerende vliegtuigen maakte de Airbus A318 aantrekkelijk ondanks de beperkte verkoopaantallen.
De gedeelde systemen betekenden dat onderhoudspersoneel geen aparte training nodig had. Reserveonderdelen, gereedschappen en procedures waren identiek aan die van andere familieleden. Voor airlines vertaalde dit zich in lagere voorraadkosten en efficiëntere hangaroperaties.
Deze strategie ging verder dan alleen technische aspecten. Passagiers ervoeren dezelfde cabine-indeling en comfort, wat merkenconsistentie opleverde. Ground handling equipment en gate-faciliteiten waren uitwisselbaar, waardoor luchthavens flexibeler konden opereren. De A318 werd zo een natuurlijke uitbreiding voor bestaande A320-operators die hun netwerk wilden optimaliseren.
Welke technische uitdagingen moest Airbus overwinnen?
Het verkorten van een bestaand vliegtuig bracht complexe technische uitdagingen met zich mee. De romp van de Airbus A318 werd 6,13 meter korter gemaakt dan de A319, wat directe gevolgen had voor de aerodynamica en het zwaartepunt. Engineers moesten het vliegtuig opnieuw balanceren zonder de vliegeigenschappen aan te tasten.
De prestaties vormden een bijzondere uitdaging. Een korter vliegtuig met minder passagiers moest nog steeds voldoende range hebben voor commercieel aantrekkelijke routes. Airbus loste dit op door geavanceerde materialen toe te passen en het gewicht waar mogelijk te reduceren. De keuze voor krachtige motoren compenseerde het prestatieverlies. Airlines konden kiezen tussen de CFM56- of de Pratt & Whitney PW6000-motoren, al viel de PW6000 tegen door tegenvallende prestaties en leveringsproblemen. Daardoor kozen veel klanten alsnog voor de betrouwbaardere CFM56.
Specifieke aanpassingen waren onder meer:
- Herontwerp van de vleugel-rompverbinding voor optimale luchtstroom
- Aanpassing van het landingsgestel voor de gewijzigde gewichtsverdeling
- Modificatie van de fly-by-wire software voor de nieuwe vliegeigenschappen
- Integratie van extra brandstoftanks voor verbeterde range
Belangrijkste redenen achter de A318-ontwikkeling
De strategische overwegingen voor de A318 gingen verder dan alleen marktaandeel. Airbus wilde een compleet productaanbod presenteren tegenover Boeing, dat met de 737-familie dominant was. Door het gat aan de onderkant van het portfolio te vullen, kon Airbus airlines een one-stop-shop bieden voor al hun narrow-body behoeften.
De marktpositionering richtte zich op niche-operators die de voordelen van een grote vliegtuigfamilie wilden zonder concessies aan capaciteit. Hoewel de A318 commercieel geen groot succes werd – zeker ten opzichte van de A319 en de A320 – met slechts 80 gebouwde exemplaren, vervulde het vliegtuig wel zijn strategische rol. Het toonde Airbus’ vermogen om flexibel op marktvragen te reageren.
British Airways’ trans-Atlantische niche
Een opvallende toepassing van de Airbus A318 was te zien bij British Airways. De maatschappij vloog het toestel in een volledige business class-configuratie vanaf de korte baan van London City Airport naar New York, met soms een tussenstop in Shannon. Dankzij de certificering voor steile nadering – uniek binnen de A320-familie – kon de A318 als enige narrowbody deze trans-Atlantische route direct vanuit het Londense stadscentrum bedienen. Voor passagiers betekende dat snel en comfortabel intercontinentaal reizen zonder Heathrow. Het doek voor deze lijndienst viel in 2020, kort na het begin van de coronacrisis.

De lessen uit de A318-ontwikkeling beïnvloedden latere beslissingen binnen Airbus. Het bedrijf leerde dat extreme varianten binnen een familie technisch haalbaar zijn, maar commercieel uitdagend. Deze ervaring vormde de basis voor de meer gefocuste aanpak bij de A320neo-familie, waarbij Airbus zich concentreerde op de populairste varianten. Zodoende kreeg de A318 nooit een neo-variant. De beperkte marktinteresse en het relatief hoge gewicht ten opzichte van regionale concurrenten maakten verdere doorontwikkeling commercieel oninteressant. De ‘Baby Bus’ A318 blijft desalniettemin een interessant hoofdstuk in de luchtvaartgeschiedenis als voorbeeld van strategische productontwikkeling in een competitieve markt.
🛫 Dit artikel is onderdeel van een groeiende reeks kennispagina’s op Up in the Sky. Mis je iets, klopt er iets niet, of heb je een goede aanvulling? Laat het weten via [email protected]! Samen houden we de info up-to-date!



Uddel
MBO