Reizigers moeten vanaf 1 januari 2026 iets dieper in de buidel tasten wanneer zij een vliegreis boeken. De vliegbelasting stijgt van 29,40 euro naar 30,25 euro per ticket, wat een stijging van 2,9 procent betekent ten opzichte van dit jaar.
De jaarlijkse wijziging van de vliegbelasting is afhankelijk van de inflatie en kan zowel stijgen als dalen. Voor 2026 houdt het in dat er een lichte stijging zal plaatsvinden, maar voor 2027 zijn er al hogere lasten in zicht. Met de gewijzigde tarieven moet ongeveer 248 miljoen euro extra worden verzameld. Bovendien wordt er nagedacht over een hoge stijging van de belasting op langeafstandsvluchten. Experts verwachten dat dit kan resulteren in een aanvullende kosten van 50 tot 70 euro per ticket, of mogelijk zelfs hoger, afhankelijk van de bestemming en de luchtvaartmaatschappij.
Duurdere vliegreizen
De stijging van de vliegbelasting is een onderdeel van het jaarlijkse Belastingplan, dat doorgaans op Prinsjesdag wordt gepresenteerd. Het plan moet na de bekendmaking nog goedgekeurd worden door de Tweede Kamer. Gewoonlijk wordt het precieze belastingbedrag pas in december bepaald. Door de verhoging eerder aan te kondigen, kunnen luchtvaartmaatschappijen de extra kosten onmiddelijk in de ticketprijzen doorberekenen. Dit houdt in dat reizigers later geen onvoorziene naheffingen hoeven te betalen.



Verschillend
VWO