Zweden beslist pas tegen het einde van dit decennium of het deelneemt aan het Future Combat Air System (FCAS). Het programma voor Europa’s volgende generatie gevechtsvliegtuig lijkt mogelijk spaak te lopen en er is behoefte aan een extra partner.
Zweden zal pas ‘tussen 2028 en 2030’ een keuze maken over de toekomst van zijn luchtmacht. Tot die tijd blijft de nieuwe Saab Gripen E de ruggengraat van de Zweedse luchtverdediging. Die blijft ‘zeker tot 2050’ in dienst. Dat zei defensieminister Pål Jonson tijdens een bezoek aan Berlijn.
Het is een tegenvaller voor Duitsland dat zich zorgen maakt over de toekomst van het FCAS-project. Er heerst in Berlijn frustratie over de rol van Dassault binnen het samenwerkingsverband voor het Future Combat Air System (FCAS). Berlijn wil nog dit jaar duidelijkheid over hoe het project van € 100 miljard verdergaat. Intussen kijkt Duitsland voorzichtig naar Zweden of het Verenigd Koninkrijk als mogelijke partner, mocht het Frans-Duitse FCAS spaak lopen.
Zweden
Zweden hecht aan de eigen industrie waaronder vliegtuigbouwer Saab. Samenwerking sluit de minister echter niet uit. ‘Het zit in ons DNA’, aldus Jonson, maar hij benadrukte dat Stockholm soevereine ontwerpmogelijkheden niet wil opgeven: ‘Zo kunnen we onze toestellen afstemmen op eigen operationele noden’. De Zweed kondigde ook aan dat zijn land het defensiebudget sneller zal opschroeven dan de meeste NAVO-partners. Het land wil de nieuwe alliantie-norm van 3,5 procent van het BBP voor defensie en 1,5 procent voor aanverwante investeringen al tegen 2030 halen. Dat is vijf jaar eerder dan gepland.



Uddel
MBO