Airbus opent een tweede assemblagelijn in China. Daarnaast zet het bedrijf een tweede lijn op in de Verenigde Staten.
China
Met een tweede assemblagelijn in China wil Airbus de productiecapaciteit van de A320-familie vergroten. Het is de bedoeling dat de tweede productielijn in de havenstad Tianjin, niet ver van Beijing, over een paar maanden volledig operationeel is. Daarmee is het de tiende final assembly-lijn van Airbus-vliegtuigen wereldwijd.
Volgens Airbus-CEO Guillaume Faury zorgt de extra productiecapaciteit in Tianjin ervoor dat de ‘flexibiliteit en capaciteit die nodig is om in 2027 ons doel van 75 toestellen uit de A320-familie per maand te produceren te behalen’. Momenteel ligt dat aantal naar schatting rond de zestig narrowbody’s per maand. Sinds juni wordt al gespeculeerd over een volgende grote bestelling van honderden vliegtuigen door Chinese luchtvaartmaatschappijen. Airbus lijkt het opnieuw te winnen van Boeing, door onder meer de spanningen die er op handelsgebied zijn tussen de Amerikanen en de Chinezen.
Verenigde Staten
Ook in de Verenigde Staten zet Airbus een tandje bij. Vorige week opende het bedrijf al een tweede eindassemblagelijn in zijn fabriek in Mobile, in de Amerikaanse staat Alabama. Ook daar dient de uitbreiding ten behoeve van het behalen van het productiedoel. Tegelijkertijd voert ook Boeing de productie op van diens concurrerende toesteltype, de 737 MAX. De Amerikaanse vliegtuigbouwer, die uitsluitend in de VS produceert, mag voortaan 42 toestellen per maand bouwen, een stijging ten opzichte van de eerdere limiet van 38. De productie was sinds begin vorig jaar aan banden gelegd na een incident waarbij een deurpaneel van een 737 MAX 9 van Alaska Airlines tijdens de vlucht losraakte.



Uddel
MBO