Hugo Hooftman, een van de eerste Nederlandse luchtvaartjournalisten, zou zich omdraaien in zijn graf als hij er lucht van zou krijgen dat er vandaag de dag gesproken wordt over vliegschaamte. In zijn eerste artikel dat op 31 oktober 1945 verscheen, schreef hij dat reizen door de lucht het snelste, het mooiste en het meest comfort biedende reizen is dat er bestaat. André Ran, die zijn voornaam zelf soms wel en soms niet met een accent aigu schrijft, schreef een boek over de bevlogen luchtvaartjournalist.
‘Als gevolg van stakingen in Parijs, moest ik in Marseille de trein pakken naar huis. In plaats van enkele uurtjes vliegen moest ik nu veertien uur sporen’, citeert Ran Hooftman. ‘Acht uur van Marseille naar Parijs en zes uur van Parijs naar Rotterdam. Hoewel Air France me eersteklas kaartjes had gegeven, vond ik deze treinreis heel wat minder comfortabel dan de vliegtocht. Geen champagne, geen cocktails, geen likeur, geen poulet, geen lectuur, geen personal service en geen lieve stewardess, niets van dat al. Geef mij maar het vliegtuig!’

Opmerkelijke gebeurtenissen
Dit pleidooi van Hooftman voor het vliegtuig maakt deel uit van de vele artikelen die Andre Ran heeft opgenomen in zijn recent verschenen boek Hooftman, bevlogen luchtvaartjournalist. De uitgave kan dan ook gezien worden als een verzameling van de meest bijzondere stukken die Hooftman volgens de auteur heeft geschreven. Feit is dat deze bloemlezing opmerkelijke gebeurtenissen uit zowel de civiele als de militaire luchtvaartgeschiedenis in herinnering brengt.

© Hugo Hooftman Familiearchief
Duitsers pesten
Al lezend wordt algauw duidelijk dat Hooftman met zijn kenmerkende informele, persoonlijke en tevens zowel beeldende als gepassioneerde manier van schrijven, er niet voor terugdeinsde moraal en gezag te tarten. Dat begon al toen Hooftman zijn eerste artikel in het voorjaar van 1944 aanbood bij de redactie van het luchtvaartblad Vliegwereld. Ran citeert wat de op dat moment zestienjarige knul erover zei: ‘Om de Duitsers te pesten had ik als voorbeeld allemaal geallieerde vliegtuigen genomen. Uit het boekje Kriegsflugzeuge dat toen in elke boekhandel te koop was, had ik de maatschetsen gehaald van de Lancaster, Halifax, Stirling, Liberator en Flying Fortress. Enkele weken nadat ik het artikel had ingezonden kreeg ik een drukproef thuisgestuurd. Het artikel stond vol groene stempels van de Zenzuroffizier der Luftwaffe beim Luftgaukommando Holland.’
Een zekere aasgier
Hooftman streek mensen geregeld tegen de haren. Dat deed hij niet alleen bij de Duitsers, maar ook bij onder meer de KNVvL en KLM, zoals al lezend duidelijk wordt. Aan het beeld dat Hooftman hoe dan ook zijn eigen goddelijke gang ging, valt evenmin te ontkomen. Wel heel bont maakte hij het toen hij als eerste aanwezig was op de plek waar tijdens de 24ste Internationale Luchtvaart Salon een Convair B-58 Hustler was gecrasht. Ran citeert: ‘Je zag een groot gat in de grond van wel tien diameter en verder overal in het rond duizenden kleine stukjes. Ik heb een paar van die stukjes meegenomen. (…) Ik heb er hier eentje waarop staat “Booster Pressure”. Waarschijnlijk uit de cockpit.’ Er volgden reacties die er niet om logen, onder meer van Martin Schröder: ‘Ik zeg je ronduit dat wij als M.A.C. hopen dat er nooit of te nimmer, indien er ooit iets zou voorvallen met onze vliegtuigen, een zekere aasgier genaamd Hooftman in de buurt zal zijn, die bij het geven van een verslag getuigt van een wel zeer slechte smaak.’

Straaldoop in Comet
Smullen is het van de sfeerverslagen van de hand van Hooftman, niet zelden uitgebreide reisverhalen en interessante flight reports. Zeker heel bijzonder is de eerste vlucht die hij maakte met een straalvliegtuig, een De Havilland Comet van BOAC. Op dat moment kon hij niet weten dat ruim een half jaar later vlak na elkaar drie Comets zouden verongelukken als gevolg van metaalmoeheid. Ook de G-ALYY, waarmee hij op 27 september 1953 het luchtruim koos, trof dit lot. Kinderlijk enthousiast liet Hooftman zich uit over de start: ‘Een sensatie inderdaad, want hoe geheel anders is zo’n Comet-vlucht vergeleken met een vlucht met een verkeersvliegtuig met zuigermotoren. De remmen eraf en de Comet schoot naar voren. Sneller en sneller raasden we over de startbaan. Maar dan: los! Bijzonder steil klommen we weg. De neus van het vliegtuig wees scherp omhoog. Zo’n straaljager-achtige start had ik nog nooit meegemaakt.’ Beeldend is zijn verslag dat daarop volgt over het verdere verloop van zijn ‘straaldoop’.

Kauwgum en koffie
Ronduit hilarisch zijn de notities die Hooftman maakte naar aanleiding van een retourtje Schiphol-New York met een KLM-vracht-Skymaster met onder meer pakketten vis en een aapje aan boord. Of zijn bevindingen tijdens een vlucht van Los Angeles naar New York in een Lockheed Constellation van TWA, Trans World Airlines, waarbij de beide stewardessen uitsluitend kauwgum en koffie serveren. ‘Ook al is het tijd voor lunch of diner, je krijgt niks. “In een trein krijg je toch ook niets voor niets”, zeggen ze. Je moest daarom op vliegvelden een lunchpakket kopen voor één dollar’, schreef een teleurgestelde Hooftman. Evengoed berichtte hij over vluchten waarover hij informatie had weten te verkrijgen. Dat leverde eveneens smeuïge verhalen op. Bijvoorbeeld over een Douglas C-47, die op één motor en zijn laatste druppel avgas landde in Balikpapan: ‘De inzittenden van deze Dakota hadden al hun bagage overboord moeten gooien.’ Afijn, lees zelf al die verhalen maar.

© Hugo Hooftman Familiearchief
Als een bom
Met zijn interesse in al wat er achter het IJzeren Gordijn rondvloog, kwam Hooftman uiteindelijk toch in een heel lastig parket te zitten. ‘Het begon allemaal (…) in 1962 toen ik een Oost-Duits luchtvaarttijdschrift in handen kreeg en daarin enkele foto’s zag van Mig-straaljagers. (..) Ik schreef een briefje naar de redactie in Oost-Berlijn, waarin ik vroeg of ze mij aan die foto’s konden helpen’, aldus Hooftman in het door hem uitgegeven tijdschrift Cockpit. Bij het enthousiaste antwoord dat volgde bleef het niet. ‘Achteloos’ noemde de gedreven luchtvaartjournalist later de correspondentie die hij voerde met een vakgenoot die later een topfiguur bleek te zijn bij de Oost-Duitse staatsveiligheidsdienst. Het contact leverde Hooftman vele bijzondere foto’s op.
Tijdens een latere ontmoeting in Oost-Berlijn kreeg hij de meest fantastische voorstellen. Zo zou hij enorme geldbedragen kunnen verdienen met het verzamelen van gegevens over de Nederlandse en Amerikaanse luchtmacht. Hij zou een vals paspoort krijgen en een valse naam. Hooftman paste. Het artikel over de zaak in het 100ste nummer van zijn blad Cockpit, sloeg in als een bom. Het leidde toen prompt tot Kamervragen omdat hij zich publiekelijk afvroeg ‘of de Koninklijke Luchtmacht eigenlijk wel wist hoe enorm er gespioneerd werd?’ Nu leest het lange artikel als een jongensboek.

Smeergeld
‘Hooftman ging ongemakkelijke en gevoelige onderwerpen niet uit de weg’, stelt Ran in de eerste regel van het hoofdstuk dat over de Lockheed-affaire gaat. In zijn blad Vliegtuigparade deed de luchtvaartjournalist uit de doeken wat er op de laatste pagina stond van het in 1976 verschenen Donner Rapport over deze kwestie rondom Prins Bernhard van Lippe-Biesterveld, echtgenoot van koningin Juliana. De hele zaak bracht verschillende mensen en instanties ernstig in verlegenheid. Hooftman berichtte er onder meer over dat ‘prins Bernhard $ 100.000 per Lockheed Orion zou krijgen indien Nederland deze vliegtuigen zou gaan aanschaffen in 1975. Voor dertien stuks totaal $ 130.000. Later zou de prins zelfs $ 1.000.000 krijgen bij aankoop van slechts tenminste vier Lockheed Orions. In de zomer van 1960 zou al een miljoen dollar aan de prins zijn overgemaakt.’
Uiteindelijk zijn er veertien Orions gekocht. Hooftman noemde de smeergeldaffaire te gek voor woorden. Ironisch merkte hij op al achttien jaar onafgebroken te proberen om voor enkele guldens een advertentie voor zijn luchtvaartblad los te krijgen van onder meer Lockheed en KLM. Ja, ook een ‘KLM-functionaris zou in de jaren vijftig betaald zijn in verband met de aanschaf van de Lockheed L-188 Electra’, aldus Hooftman.

© Nationaal Archief (No restrictions or Copyrighted free use), via Wikimedia Commons
Hilarisch
Terecht stelt Ran dat Hooftman een vooruitziende blik had. Ondanks het dramatische einde van de Comet, schreef de rebelse luchtvaartjournalist toch naar aanleiding van de voor hem onvergetelijke vlucht met deze machine: ‘Het heeft me er heel sterk van overtuigd dat het straalverkeersvliegtuig de toekomst heeft. Straks zullen waarschijnlijk alle grote verkeersvliegtuigen op de intercontinentale luchtroutes door de stratosfeer scheren, aangedreven door straalmotoren.’
De manier waarop hij de aandacht vestigt op vrouwen in de luchtvaart, is zeker niet meer van deze tijd. ‘De vrouwen wilden zichzelf bevrijden uit verstikkende vormen van kleding waaronder de victoriaanse jurken’, schreef hij. ‘Maar bijkomend aspect was dat door de opkomst van de fiets, en de vrouw dus onafhankelijk van A naar B kon reizen, er een andere soort kleding nodig was.’ De door Hooftman geplaatste sexy foto’s, waarvan er twee in het boek zijn afgebeeld, zijn echter niet bepaald illustratief voor een rit op de fiets. Zijn onderschrift bij een foto van een Boeing Kaydet tweedekker met een schaars geklede dame ernaast, noemt Ran terecht hilarisch: ‘En wij vroeger maar altijd denken dat vliegen in een open tweedekker zó koud is dat je je goed moet inpakken in leren vliegjassen en zo…’

© Hugo Hooftman Familiearchief
Jammer
Ran heeft het niet gelaten bij de weergave van een keur aan artikelen die Hooftman ooit schreef. Hij gaat ook in op zijn persoonlijke leven. Duidelijk is dat hij gesproken heeft met een aantal mensen die Hooftman zelf hebben gekend. Als ik lees hoe de bevlogen luchtvaartjournalist aan zijn einde is gekomen, stemt me dat wel verdrietig. Ook ik was een van de velen die zijn artikelen met graagte las en kan zelfs zeggen dat hij mij een keer thuis heeft bezocht. Naast zijn liefde voor luchtvaart leverde zijn rebellie tegen het moraal en het gezag uit die tijden, veel herkenning op.
Wat ik mis in het boek is dat er, voordat het in druk verscheen, nog eens even goed naar de tekst en de opmaak is gekeken. Er staan tenenkrommende taal- en stijlfouten in, tot twee keer toe is er eenzelfde foto in opgenomen en één keer verdwijnt de tekst deels onder een foto. En dat is dus echt erg jammer. Maar er is eindelijk een boek over Hugo Hooftman, een op zich leuk eerbetoon waarmee André Ran wel degelijk goed heeft gedaan.
Lees ook het interview met André Ran: Hugo Hooftman: de Pietje Bell in de luchtvaartjournalistiek

HOOFTMAN
Bevlogen luchtvaartjournalist
André Ran
Hardcover | 248 pagina’s
Geen ISBN | Uitgave: André Ran
2025 | € 34,95
Bestellen via [email protected]



Hilversum