Nederland verkoopt achttien oude F-16’s aan het buitenland voor een symbolisch bedrag van slechts 1 euro. Deze toestellen gaan niet naar Oekraïne maar naar een NAVO-land.
Defensie maakte maandag 3 november bekend de achttien F-16’s van de Koninklijke Luchtmacht over te dragen aan Roemenië voor het symbolische bedrag van 1 euro. De machines vliegen op dit moment al in het Oost-Europese land waar ze onderdeel zijn van het EFTC, het enige opleidingscentrum voor F-16’s in Europa. Nederland was er een de grondleggers van.
NAVO-bondgenoot Roemenië beschikt zelf nog niet lang over de F-16. Met de toestellen wil het land helpen met de bescherming van de oostflank van het NAVO-grondgebied. Om de straaljager goed te kunnen bemannen, volgen Roemeense jachtvliegers training in het EFTC. Sinds september 2024 zijn daar ook Oekraïense vliegers te vinden, die er tevens leren de F-16 te opereren.
In ruil voor de overdracht, stelt Roemenië tenminste de komende acht jaar de helft van de trainingscapaciteit van het EFTC open voor Oekraïense vliegers. Hierbij ligt de focus op het zich zo goed mogelijk verdedigen van Oekraïne tegen de Russische agressie. In de strijd tegen de aanhoudende agressie vanuit Rusland heeft Nederland Oekraïne van 24 F-16’s voorzien.
Een jaar geleden
Het is inmiddels al meer dan een jaar geleden dat de laatste Nederlandse F-16’s naar Oost-Europa vertrokken. Defensie zou een afscheidstocht boven Nederland houden met de machines maar door het slechte weer werd deze significant ingekort. Zo stonden op Leeuwarden honderden belangstellenden voor niets te wachten.
45 jaar na aankomst van de eerste F-16 was het tijd voor de luchtmacht om definitief vaarwel te zeggen tegen het “werkpaard”. In de jaren tachtig vormde de F-16 de ruggengraat van de verdediging van Nederland tijdens de Koude Oorlog. In de jaren negentig werd de F-16 voor het eerst operationeel ingezet in conflictsituaties, zoals boven Joegoslavië.



Hilversum